De rechtbank ontbindt een rechtspersoon, indien:
aan zijn totstandkoming gebreken kleven;
zijn statuten niet aan de eisen der wet voldoen;
hij niet onder de wettelijke omschrijving van zijn rechtsvorm valt.
De rechtbank ontbindt een rechtspersoon, indien:
aan zijn totstandkoming gebreken kleven;
zijn statuten niet aan de eisen der wet voldoen;
hij niet onder de wettelijke omschrijving van zijn rechtsvorm valt.
De rechtbank ontbindt de rechtspersoon niet, indien zij hem een termijn vergund heeft en hij na afloop daarvan een rechtspersoon is die aan de eisen van de wet voldoet.
De rechtbank kan een rechtspersoon ontbinden, indien deze de in dit boek voor zijn rechtsvorm gestelde verboden overtreedt of in ernstige mate in strijd met zijn statuten handelt.
De ontbinding wordt uitgesproken op verzoek van een belanghebbende of het openbaar ministerie.
Dit artikel dwingt een rechtspersoon te voldoen aan bepaalde wettelijke vereisten en beoogt een einde te maken aan het in ernstige mate handelen in strijd met zijn statuten. De rechter heeft geen discretionaire bevoegdheid de rechtspersonen te ontbinden indien het gaat om de ontbindingsgronden genoemd in lid 1. Het tweede lid geeft de rechter echter de mogelijkheid om ontbindingsrijpe rechtspersonen een termijn te gunnen (terme de grâce) teneinde het totstandkomingsgebrek te herstellen (lid 1 sub a), de statuten te wijzigen (lid 1 sub b) of ervoor te zorgen dat aan de omschrijving van de rechtsvorm wordt voldaan (lid 1 sub c). Het derde lid van artikel 2:21 BW geeft wel een discretionaire bevoegdheid tot ontbinding.
Voor de wetstechnische informatie verwijzen wij u naar de wetstechnische informatie van de regeling.