Naar de inhoud

Commentaar op Burgerlijk Wetboek Boek 2 art. 24c (OR-algemeen)


Commentaar is bijgewerkt tot 19-11-2017 door mr. drs. A.N. Krol

Artikel 24c Tekst van de hele regeling

1.

Een rechtspersoon of vennootschap heeft een deelneming in een rechtspersoon, indien hij of een of meer van zijn dochtermaatschappijen alleen of samen voor eigen rekening aan die rechtspersoon kapitaal verschaffen of doen verschaffen teneinde met die rechtspersoon duurzaam verbonden te zijn ten dienste van de eigen werkzaamheid. Indien een vijfde of meer van het geplaatste kapitaal wordt verschaft, wordt het bestaan van een deelneming vermoed.

2.

Een rechtspersoon heeft een deelneming in een vennootschap, indien hij of een dochtermaatschappij:

  1. daarin als vennoot jegens schuldeisers volledig aansprakelijk is voor de schulden; of

  2. daarin anderszins vennoot is teneinde met die vennootschap duurzaam verbonden te zijn ten dienste van de eigen werkzaamheid.

A: Inleiding

Artikel 2:24c BW geeft een definitie van het begrip deelneming. Het werd op 10 november 1988 samen met de artikelen 2:24a en 2:24b BW ingevoerd als gevolg van de Zevende EEG-richtlijn. Het artikel trad op 25 november 1988 in werking. Het artikel geeft in het eerste lid een algemene regel voor deelnemingen in rechtspersonen en een wettelijk vermoeden van deelneming indien een vijfde of meer van het kapitaal wordt verschaft. In aanvulling noemt het tweede lid twee alternatieve criteria voor deelnemingen in contractuele vennootschappen.

B: Wetstechnische informatie

Voor de wetstechnische informatie verwijzen wij u naar de wetstechnische informatie van de regeling.

C: Kernproblematiek

C.1: Toepassing van het begrip deelneming

Het begrip deelneming is met name van belang in verband met het jaarrekeningenrecht. Artikel 2:367 sub a en b BW…