Naar de inhoud

Commentaar op Burgerlijk Wetboek Boek 2 art. 383c (OR-algemeen)


Commentaar is bijgewerkt tot 19-11-2017 door prof. mr. H. Beckman

Artikel 383c Tekst van de hele regeling

1.

De vennootschap doet opgave van het bedrag van de bezoldiging voor iedere bestuurder. Dit bedrag wordt uitgesplitst naar

  1. periodiek betaalde beloningen,

  2. beloningen betaalbaar op termijn,

  3. uitkeringen bij beëindiging van het dienstverband,

  4. winstdelingen en bonusbetalingen,

voor zover deze bedragen in het boekjaar ten laste van de vennootschap zijn gekomen.

Indien de vennootschap een bezoldiging in de vorm van bonus heeft betaald die geheel of gedeeltelijk is gebaseerd op het bereiken van de door of vanwege de vennootschap gestelde doelen, doet zij hiervan mededeling. Daarbij vermeldt de vennootschap of deze doelen in het verslagjaar zijn bereikt.

2.

De vennootschap doet opgave van het bedrag van de bezoldiging voor iedere gewezen bestuurder, uitgesplitst naar beloningen betaalbaar op termijn en uitkeringen bij beëindiging van het dienstverband, voor zover deze bedragen in het boekjaar ten laste van de vennootschap zijn gekomen.

3.

De vennootschap doet opgave van het bedrag van de bezoldiging voor iedere commissaris, voor zover deze bedragen in het boekjaar ten laste van de vennootschap zijn gekomen. Indien de vennootschap een bezoldiging in de vorm van winstdeling of bonus heeft toegekend, vermeldt zij deze afzonderlijk onder opgave van de redenen die ten grondslag liggen aan het besluit tot het toekennen van bezoldiging in deze vorm aan een commissaris. De laatste twee volzinnen van lid 1 zijn van overeenkomstige toepassing.

4.

De vennootschap doet opgave van het bedrag van de bezoldiging van iedere gewezen commissaris, voor zover dit bedrag in het boekjaar ten laste van de vennootschap is gekomen.

5.

Indien de vennootschap dochtermaatschappijen heeft of de financiële gegevens van andere maatschappijen consolideert, worden de bedragen die in het boekjaar te hunnen laste zijn gekomen, in de opgaven begrepen, toegerekend naar de betreffende categorie van bezoldiging bedoeld in de leden 1 tot en met 4.

6.

De vennootschap doet opgave van het bedrag van de aanpassing dan wel terugvordering van de bezoldiging als bedoeld in artikel 135 lid 6 tot en met 8.

A: Inleiding

In afwijking van het bepaalde in artikel 2:383 lid 1 BWeen open NV (art. 2:383b BW) in haar enkelvoudige jaarrekening moet doen over de bezoldiging van iedere bestuurder, ieder gewezen bestuurder, iedere commissaris en iedere gewezen commissaris afzonderlijk. Het bepaalde in artikel 2:383c BW is niet van een overeenkomstige toepassing in de geconsolideerde jaarrekening (artikel 2:410 lid 1 BW).

B: Wetstechnische informatie

Voor de wetstechnische informatie verwijzen wij u naar de historische informatie bij Artikel 383c.

C: Kernproblematiek

C.1: Reikwijdte

De in artikel 2:383c BW voorgeschreven informatie moet een open NV in de toelichting van haar enkelvoudige jaarrekening vermelden. Gelet op artikel 2:363 lid 3 tweede volzin BW mogen de hier bedoelde gegevens wegens verwaarloosbaar belang onvermeld blijven.

C.2: Bedragen

Volgens de wet moeten ‘bedragen’ worden opgegeven. Beloningen in natura moeten op geld gewaardeerd worden meegeteld ( Kamerstukken II 2001-2002, 27900, nr. 5, Nota n.a.v. voorlopig verslag).

C.3: Bezoldiging bestuurders en voormalige bestuurders (leden 1, 2 en 5)

In de opgaaf van iedere bestuurder moet begrepen worden alle bedragen die in het boekjaar ten laste van de rechtspersoon zijn gekomen (lid 1), inclusief de bedragen die in hetzelfde jaar ten laste zijn gekomen van dochtermaatschappijen en andere in de consolidatie betrokken maatschappijen (lid 5). Het bedrag van een bezoldiging moet worden uitgesplitst naar de in lid 1 genoemde componenten.

Het in lid 1 onder a genoemde begrip periodiek (lid 5) moet ruim worden uitgelegd, en omvat salaris en andere regelmatig betaalbaar of beschikbaar gestelde vergoedingen (voor zover deze niet afzonderlijk onder b, c of d behoren te worden vermeld) terwijl ook doorbetalingen bij ziekte en vakantie en vergoedingen in natura tot deze categorie behoren.

Onder de in lid 1 onder b genoemde beloningen betaalbaar op termijn dienen te worden begrepen betalingen op grond van pensioenverplichtingen, VUT-regelingen en sabbaticals, onverschillig of de bestuurder ten tijde van de betaling nog in dienst is van de vennootschap.

De in lid 1 onder c genoemde uitkeringen bij beëindiging van het dienstverband hebben betrekking op betalingen ten gevolge van hun ontslag zelf, zodat afvloeiingsregelingen en door de rechter opgelegde beëindigingsvergoedingen eronder vallen.

De in lid onder d genoemde winstdeling en bonusbetalingen dienen afzonderlijk te worden vermeld, met dien verstande dat uitkeringen in de vorm van optierechten volgens de memorie van toelichting vallen onder de vermelding artikel 2:383d BW. Specifieke informatie over doelstellingen en prestatiecriteria is hierbij in de tweede alinea van lid 1 voorgeschreven. Gezien de ratio van de regeling is dat gewenst.

Naast de opgave voor individuele bestuurders dient de rechtspersoon voor elke ex-bestuurder afzonderlijk te vermelden welke bedragen in het boekjaar ten laste van de rechtspersoon zijn gekomen, uitgesplitst naar beloningen betaalbaar op termijn en uitkeringen bij beëindiging van het dienstverband (leden 2 en 5). Ook op optieregelingen van ex-bestuurders vallen onder de opgaaf uit hoofde van artikel 2:383d BW.

C.4: Bezoldiging commissarissen en voormalige commissarissen (leden 3-5)

De door een open NV op te nemen opgaaf van de voor de iedere commissaris bevat het bedrag van de ten laste van de NV in het boekjaar gekomen bedrag (lid 3, eerste volzin), inclusief de bedragen die in hetzelfde jaar ten laste van dochtermaatschappijen en andere in de consolidatie betrokken maatschappijen zijn gekomen (lid 5). Bezoldiging in de vorm van winstdeling op bonusbetalingen behoort te worden vermeld conform de voor bestuurders geldende voorschriften, maar in aanvulling daarop moet afzonderlijk opgaaf worden gedaan van de redenen die aan de bonusbetalingen ten grondslag liggen (lid 3, tweede en derde volzinnen).

Als open NV gewezen commissarissen heeft, moet zij opgeven het bedrag van de bezoldiging per iedere gewezen commissaris die in het boekjaar ten laste van de NV is gekomen (lid 4) inclusief die ten laste van dochtermaatschappijen en andere geconsolideerde maatschappijen (lid 5).

C.5: Claw back (lid 6)

In lid 6 is bepaald dat een open NV in de toelichting van haar jaarrekening tevens moet worden opgegeven het bedrag waarmee de bonus is aangepast indien uitkering van de bonus naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn. Als een bonus geheel of gedeeltelijk is teruggevorderd voor zover uitkering op basis van onjuiste informatie heeft plaatsgevonden, moet eveneens opgaaf plaatsvinden. Het gaat om het bepaalde daaromtrent in artikel 2:135 leden 6-8 BW.

Volledigheidshalve wijs ik erop dat artikel 2:135 BW ook geldt voor een coöperatie die bank is en voor een onderlinge waarborgmaatschappij die verzekeringsmaatschappij is (art. 2:53a lid 2 BW). Artikel 2:383c BW geldt evenwel niet voor hen.

C.6: Omvangsafhankelijke jaarrekeningregimes

In het micro jaarrekeningregime (artikel 2:395a BW) is het bepaalde in dit artikel niet van toepassing.

C.7: Groepsregime

Indien een open NV die behoort tot de groep van een andere maatschappij, bevoegd is haar jaarrekening in te richten met gebruikmaking van het groepsregime, is zij bevoegd af te wijken van het in Titel 9 bepaalde over de inrichtingsvereisten, en dus ook van dit artikel.

C.8: EU IFRS

Indien een open NV haar jaarrekening inricht volgens EI IFRS, blijft het bepaalde in artikel 2:383c BW van toepassing (artikel 2:362 lid 9 BW).

D: Jurisprudentie uitgebreid

Bij dit artikel is nog geen belangrijke jurisprudentie aanwezig.

E: Jurisprudentie nieuw

Meest recente jurisprudentie over Burgerlijk Wetboek Boek 2 artikel 383c.

F: Literatuurverwijzing

  • Asser/Maeijer & Kroeze 2-I*, De rechtspersoon, Deventer: Wolters Kluwer, 2015, nr 535 onder i.
  • Assink/Slagter, Compendium Ondernemingsrecht (Deel 2), negende druk, Deventer: Kluwer 2013, § 132.3
  • Beckman H., Hoofdlijnen van het jaarrekeningenrecht, tweede druk, bewerkt door H. Beckman en E.A. Marseille, Deventer: Kluwer, 2013.
  • Beckman, H. en F. Krens (red.), Compendium voor de jaarrekening (losbl.), Deventer: Wolters Kluwer, paragraaf 3.3.4.
  • Buijn, F.K. en P.M. Storm, Ondernemingsrecht BV en NV in de praktijk, Deventer: Kluwer, 2013, § 15.3.4.4.
  • Heijden, E.J.J. van der en P.J. Dortmond, Handboek voor de Naamloze en Besloten Vennootschap, dertiende druk, Deventer: Kluwer, 2013, nr. 321.
  • Kiersch, E.D.G. in: T&C Ondernemingsrecht, zevende druk, Deventer: Wolters Kluwer 2014, aantekeningen bij art. 2:383c BW.