Een beheerder van een beleggingsinstelling, een beheerder van een icbe, een beleggingsmaatschappij en een maatschappij voor collectieve belegging in effecten waarop het Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen van de Wet op het financieel toezicht van toepassing is, moeten in aanvulling op de bepalingen van deze titel tevens voldoen aan de vereisten voor zijn onderscheidenlijk haar jaarrekening, gesteld bij of krachtens die wet. Voor deze beheerder van een beleggingsinstelling, beheerder van een icbe, beleggingsmaatschappij en maatschappij voor collectieve belegging in effecten kan bij of krachtens die wet van de artikelen 394, lid 2, 3 of 4, en 403 worden afgeweken.
Commentaar op Burgerlijk Wetboek Boek 2 art. 401 (OR-algemeen)
Commentaar is bijgewerkt tot 19-11-2017 door prof. mr. H. Beckman
Artikel 401 Tekst van de hele regeling
De beleggingen van een beleggingsmaatschappij of een maatschappij voor collectieve belegging in effecten als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht mogen tegen marktwaarde worden gewaardeerd. Nadelige koersverschillen ten opzichte van de voorafgaande balansdatum behoeven niet ten laste van de winst- en verliesrekening te worden gebracht, mits zij op de reserves worden afgeboekt; voordelige koersverschillen mogen op de reserves worden bijgeboekt. De bedragen worden in de balans of in de toelichting vermeld.
Op een beleggingsmaatschappij met veranderlijk kapitaal is artikel 378 lid 3, tweede zin, niet van toepassing.
A: Inleiding
In lid 2 van dit artikel wordt aan beleggingsmaatschappijen en maatschappijen voor collectieve belegging in effecten de bevoegdheid gegeven om bij waardering van beleggingen tegen marktwaarde de waardewijzigingen ten opzichte van de vorige balansdatum buiten de winst-en-verliesrekening om in de reserves te verantwoorden. Daarnaast gelden bijzonderheden voor de in lid 1 genoemde beheerders, bewaarders, beleggingsmaatschappijen en maatschappijen van cbi en voor beleggingsmaatschappijen met veranderlijk kapitaal (lid 3).
B: Wetstechnische informatie
Voor de wetstechnische informatie verwijzen wij u naar de historische informatie bij Artikel 401.
C: Kernproblematiek
C.1: Aanvullende informatie Wft (lid 1, eerste volzin)
De in lid 1 genoemde beheerders, bewaarders en maatschappijen met een rechtsvorm als bedoeld in artikel 2:360 BW moeten niet alleen voldoen aan het bepaalde in Titel 9 Boek 2 BW maar ook aan het bepaalde bij en krachtens de Wft. De in de toelichting van de jaarrekening op te nemen aanvullende informatie betreft onder meer een sluitend verloopoverzicht van de beleggingen gedurende het boekjaar, een uitsplitsing van de samenstelling van de beleggingen ultimo boekjaar overeenkomstig maatstaven die het best passen bij het gevolgde beleggingsbeleid, een driejaars vergelijkend overzicht van de intrinsieke waarde, het aantal uitstaande rechten van deelneming en de intrinsieke waarde per recht van deelneming ultimo boekjaar, een mededeling omtrent de taxatie van niet-beursgenoteerde beleggingen (methode en regelmaat), het bedrag van de verplichtingen, onderscheiden naar soort ultimo boekjaar, voortvloeiende uit dekkingstransacties met betrekking tot koers- en wisselkoersrisico in verband met beleggingen voor zover niet begrepen in de balans en winst-en-verliesrekening, een specificatie van de beleggingen die deelnemingen zijn in de zin van artikel 2:389 BW en opgaaf van het totale persoonlijke belang van directie en commissarissen bij een belegging op enig moment gedurende het boekjaar, het totaal aantal grote beleggers dat in de beleggingsinstelling of haar dochtermaatschappijen heeft belegd en het totale aantal transacties met de grote beleggers onder opgaaf van het totale bedrag dat ermee gemoeid is.
C.2: Afwijkende openbaarmaking krachtens Wft (lid 1, tweede volzin)
Bij of krachtens de Wft kunnen een beheerder van een beleggingsinstelling, een beheerder van een icbe, een belegginsmaatschappij en een maatschappij voor collectieve belegging in effcten afwijken van het bepaalde in artikel 2:394 leden 2-4. Het gaat in artikel 2:394 lid 2 BW om de openbaarmaking van de opgemaakte jaarrekening, twee maanden na het verstrijken van de termijn waarbinnen de jaarrekening moet zijn opgemaakt en intussen nog geen vaststelling van deze jaarrekening heeft plaatsgevonden, in artikel 2:394 lid 3 BW, om de openbaarmaking van de vastgestelde jaarrekening of als de jaarrekening nog niet is vastgesteld, om de opgemaakte jaarrekening uiterlijk dertien maanden na afloop van het boekjaar, en in artikel 2:394 lid 4 BW om de gelijktijdige openbaarmaking van het jaarverslag en de overige gegevens. In art. 4:52 lid 1 Wft is bepaakd dat openbaarmaking binnen vier maanden na afloop van het boekjaar moet plaatsvinden.
Ook is in artikel 2:401 lid 1, tweede zin BW in dezelfde gevallen om bij of krachtens de Wft van het in Titel 9 geregelde groepsregime (art. 2:403 BW) af te wijken. Er staat niet dat artikel 2:403 BW bij of krachtens de Wft buiten toepassing kan wordengelaten. Bij de Wft wordt niettemin de toepassing van artikel 2:403 BW uitgesloten voor beheerders van een icbe (art. 4:51 lid 3 Wft). Krachtens de Wft is de toepassing van artikel 2:403 BW uitgesloten voor een beheerder van een belegginsinstelling die deelnemingsrechten aanbiedt aan niet-professionele beleggers (art. 115y lid 2 Bgfo Wft).
C.3: Waardewijzigingen buiten het resultaat (lid 2)
Voor alle beleggingsmaatschappijen en maatschappijen voor collectieve belegging in effecten blijven onverkort Titel 9 Boek 2 BW en het Besluit modellen jaarrekening gelden. In het Besluit modellen jaarrekening zijn modellen voor beleggingsmaatschappijen en maatschappijen voor collectieve beleggingen in effecten opgenomen.
Tevens geldt dat zij hun beleggingen mogen waarderen tegen marktwaarde. Wordt tegen marktwaarde gewaardeerd, dan kunnen de waardemutaties in de winst- en verliesrekening worden verwerkt, maar in lid 2 wordt toegestaan de waardeverminderingen (nadelige koersverschillen) ten opzichte van de marktwaarde op de voorafgaande balansdatum niet in de winst-en-verliesrekening op te nemen mits zij op aanwezige reserves worden afgeboekt, de waardestijgingen (voordelige koersverschillen) mogen in de reserves worden geboekt. De desbetreffende bedragen moeten afzonderlijk in de balans of in de toelichting worden vermeld.
C.4: Wettelijke reserve koersverschillen (lid 2)
Vaak worden de voor- en nadelige koersverschillen bij gebruikmaking van artikel 401 lid 2 BW in een reserve koersverschillen verantwoord. Deze reserve is in artikel 2:373 lid 4 BW als een wettelijke reserve aangewezen, ofschoon in artikel 2:401 lid 2 BW deze aanduiding niet voorkomt, zelfs is niet daarin voorgeschreven dat een reserve moet worden aangehouden. De wettelijke reserve moet vanzelfsprekend een positief bedrag betreffen. Enigszins merkwaardig is wel dat het als de waardemutatie in de winst- en verliesrekening zijn verwerkt, geen wettelijke reserve voor een positieef bedrag moet worden aangehouden.
C.5: Gegevens transacties in eigen aandelen (lid 3)
Een beleggingsmaatschappij met veranderlijk kapitaal (art. 2:76a BW) mag in haar jaarrekening buiten aanmerking laten de vermelding van transacties in eigen aandelen als omschreven in artikel 2:378 lid 3, tweede volzin BW.
D: Jurisprudentie uitgebreid
Bij dit artikel is nog geen belangrijke jurisprudentie aanwezig.
E: Jurisprudentie nieuw
Meest recente jurisprudentie over Burgerlijk Wetboek Boek 2 artikel 401.
F: Literatuurverwijzing
- Asser/Maeijer & Kroeze 2-I*, De rechtspersoon, Deventer: Wolters Kluwer, 2015, nrs 528, 580, 582.
- Assink/Slagter, Compendium Ondernemingsrecht (Deel 2), negende druk, Deventer: Kluwer 2013, § 130.1, § 132.1 en § 141.
- Beckman H., Hoofdlijnen van het jaarrekeningenrecht, tweede druk, bewerkt door H. Beckman en E.A. Marseille, Deventer: Kluwer, 2013.
- Beckman. H en F. Krens (red.), Compendium voor de jaarrekening (losbl.), Deventer: Wolters Kluwer, hoofdstuk 8.3.
- Buijn, F.K. en P.M. Storm, Ondernemingsrecht BV en NV in de praktijk, Deventer: Kluwer, 2013, § 15.9.2.
- Heijden, van der E.J.J. en P.J. Dortmond, Handboek voor de Naamloze en de Besloten Vennootschap, dertiende druk, Deventer: Kluwer, 2013, nr 580.
- Kiersch, E.D.G., in: T&C Ondernemingsrecht, zevende druk, Deventer: Wolters Kluwer, 2014, aantekeningen bij art. 2:401 BW.