geen sprake is van een prijs of een ander soortgelijk voordeel; of
Commentaar op Burgerlijk Wetboek Boek 6 art. 193i (Letselschade) en (Vermogensrecht)
Commentaar is bijgewerkt tot 29-12-2016 door mr. H.W. Roerdink
Artikel 193i Tekst van de hele regeling
De volgende handelspraktijken zijn onder alle omstandigheden agressief:
de indruk geven dat de consument het pand niet mag verlaten alvorens er een overeenkomst is opgesteld;
het verzoek van de consument om zijn huis te verlaten of niet meer terug te komen, te negeren, behalve indien, en voor zover wettelijk gerechtvaardigd wordt beoogd een contractuele verplichting te doen naleven;
hardnekkig en ongewenst aandringen per telefoon, fax, e-mail of andere afstandsmedia tenzij, voorzover wettelijk gerechtvaardigd, wordt beoogd een contractuele verplichting te doen naleven;
een consument die op grond van een verzekeringspolis een vordering indient, om documenten vragen die redelijkerwijs niet relevant kunnen worden geacht om de geldigheid van de vordering te beoordelen, dan wel systematisch weigeren antwoord te geven op daaromtrent gevoerde correspondentie met de bedoeling de consument ervan te weerhouden zijn contractuele rechten uit te oefenen;
kinderen in reclame er rechtstreeks toe aanzetten om geadverteerde producten te kopen of om hun ouders of andere volwassenen ertoe over te halen die producten voor hen te kopen;
vragen om onmiddellijke dan wel uitgestelde betaling of om terugzending of bewaring van producten die de handelaar heeft geleverd, maar waar de consument niet om heeft gevraagd;
de consument uitdrukkelijk meedelen dat, als hij het product of de dienst niet koopt, de baan of de bestaansmiddelen van de handelaar in het gedrang komen;
de bedrieglijke indruk wekken dat de consument al een prijs heeft gewonnen of zal winnen dan wel door een bepaalde handeling te verrichten een prijs zal winnen of een ander soortgelijk voordeel zal behalen, als er in feite:
- 1°.
- 2°.
als het ondernemen van stappen om in aanmerking te komen voor de prijs of voor een ander soortgelijk voordeel afhankelijk is van de betaling van een bedrag door de consument of indien daaraan voor hem kosten zijn verbonden.
- 1°.
A: Inleiding
Wat betreft wetsgeschiedenis en jurisprudentie tot heden bijgewerkt.
B: Wetstechnische informatie
Voor de wetstechnische informatie verwijzen wij u naar de historische informatie bij Artikel 193i.
C: Kernproblematiek
Artikel 193i geeft een lijst met handelspraktijken die onder alle omstandigheden als agressief worden aangemerkt. Deze praktijken hoeven derhalve niet individueel aan artikel 6:193h BW te worden getoetst, zie Richtlijnconsiderans 17. De lijst bevat onderdeel 24 t/m 31 van Bijlage 1 van de Richtlijn, waarbij geldt dat ook deze lijst niet op nationaal niveau kan worden aangevuld (Vergelijk Sdu Commentaar Vermogensrecht, artikel 6:193g BW). Zie ook par. 3.5 en 4 Richtsnoeren (SWD(2016)163).
C.1: Onder alle omstandigheden
Indien wordt gesteld en bewezen dat de handelaar zich schuldig heeft gemaakt aan een praktijk uit de zwarte lijst, staat daarmee tevens de onrechtmatigheid van zijn handelen vast. (Zie Kamerstukken I 2007/2008, 30 928, C, p. 2 (MvA).) Dit geldt eveneens voor de zwarte lijst van artikel 6:193g BW. Zie evenwel Sdu Commentaar Vermogensrecht, artikel 6:193j BW omtrent de toerekenbaarheid.
C.2: Huis-aan-huisverkoop
Artikel 193i sub b is opgenomen om agressieve huis-aan-huisverkoop te voorkomen. Met de uitzondering in dit artikel wordt gedoeld op bezoek aan huis voor de incasso van vorderingen ( Kamerstukken I 2007/2008, 30 928, C, p. 11 (MvA). Incasso dient wel wettelijk gerechtvaardigd te zijn).
C.3: Agressieve direct marketing
Onder hardnekkig en ongewenst aandringen kan onder andere worden verstaan het blijven aandringen bij een consument, eventueel versterkt door de mededeling dat er sprake is van een eenmalig aanbod, ondanks dat deze bij herhaling heeft aangegeven geen belangstelling te hebben voor het aanbod c.q. blijkt dat de consument niet goed begrijpt waar het gesprek over gaat. Het feit dat de toon van het gesprek beleefd blijft, doet hier niets aan af (zie Consumentenautoriteit 6 september 2010, besluit in de zaak 527/Nederlandse Energie Maatschappij/NL Energie, alsmede besluit op bezwaar 20 mei 2011). Het gebruik van een zekere mate van overredingskracht om consumenten over de streep te trekken, kan niet per definitie als hardnekkig en ongewenst aandringen worden beschouwd. Dit geldt temeer indien een gesprek plaatsvindt op initiatief van de consument en indien het gesprek deel uitmaakt van een reeks van gesprekken (Rb. Rotterdam 12 mei 2011, «JOR» 2011/229).
C.4: Verkoop op afstand
Bij het verbod opgenomen in artikel 193i sub c wordt in de Bijlage van de Richtlijn expliciet gewezen op de onverminderde toepasselijkheid van artikel 10 van Richtlijn 97/7/EG (verkoop op afstand, PbEG 1997, L 144, geïmplementeerd in artikel 7:46a e.v. BW) (vervangen door Richtlijn 2011/83/EU betreffende consumentenbescherming, PbEU L 304/64), Richtlijn 95/46/EG (privacy, PbEG 1995, L 281, geïmplementeerd in de Wet bescherming persoonsgegevens) en de Richtlijn 2002/58/EG (privacy en elektronische communicatie) (PbEG 2002, L 201, geïmplementeerd in de Telecommunicatiewet).
C.5: Kinderen
Artikel 193i sub e verbiedt reclame gericht op kinderen niet volledig, maar biedt bescherming tegen het rechtstreeks aanzetten van kinderen tot kopen. (Zie Richtlijnconsiderans 18. Vergelijk ook Verkade (2009), p. 66.) Artikel 16 van de Richtlijn 89/552/EEG (televisie-omroepactiviteiten), (PbEG 1989, L 298, geïmplementeerd in de Mediawet, gewijzigd bij Richtlijn 2007/65/EG, PbEG L 332/27, controle door de Reclame Code Commissie aan de hand van overeenkomende bepalingen in de Nederlandse Reclame Code) is onverkort van toepassing. Op algemeen aanvaarde reclame- en marketingactiviteiten is de Richtlijn niet van toepassing (zie Richtlijnconsiderans 6). Dit lijkt ruimte te bieden voor bijvoorbeeld ‘product placement’ of het bij een product toevoegen van verzamelplaatjes e.d. gericht op kinderen (vergelijk Geerts en Vollebregt (2009), p. 38.).
C.6: Ongevraagd toegezonden producten
Ongevraagd toegezonden producten kunnen op grond van artikel 7:7 BW door de consument om niet behouden worden (tenzij het aan de consument is toe te rekenen dat de toezending is geschied (artikel 7:7 lid 1 BW)). Op grond van artikel 193i sub f is het vragen om betaling of retournering aan te merken als een agressieve handelspraktijk.
C.7: Prijs
Artikel 6:193i sub h verbiedt het bedrieglijk beweren dat een consument een prijs of ander voordeel heeft gewonnen of zal winnen als er in feite geen prijs of voordeel bestaat of als de consument hiertoe eerst kosten moet maken. Hierbij kan gedacht worden aan het ten onrechte de indruk wekken dat iemand geselecteerd is voor een prijs en daarom een korting zal krijgen op een bepaald product (zie Consumentenautoriteit 14 januari 2010 besluit in zaak 537/Fotosessie.com en besluit op bezwaar 17 februari 2011). Ook het afdwingen van deelname aan een dagtocht waarop de beweerde prijs zal worden uitgereikt, terwijl dit niet geschiedt, is door de Consumentenautoriteit als een agressieve handelspraktijk aangemerkt (zie Consumentenautoriteit 7 april 2011, besluit in zaak 529/Goltex Vertriebs).
D: Jurisprudentie uitgebreid
Bij dit artikel is nog geen belangrijke jurisprudentie aanwezig.
E: Jurisprudentie nieuw
Meest recente jurisprudentie over Burgerlijk Wetboek Boek 6 artikel 193i.
F: Literatuurverwijzing
- Dam, C.C. van, ‘De gemiddelde Euroconsument – een pluriform fenomeen; Over de Richtlijn Oneerlijke Handelspraktijken en de rechtspraak van het Hof van Justitie’, SEW 2009, p. 3-11.
- Geerts, P.G.F.A. en E.R Vollebregt, Oneerlijke handelspraktijken, misleidende reclame en vergelijkende reclame, Deventer: Kluwer 2009.
- Steijger, L., ‘Wetgevingspraktijken onder de loep genomen: een analyse van de implementatie van de Richtlijn Oneerlijke Handelspraktijken in Nederland’, NTER 2007, p. 124-136.
- Trompenaars, B.W.M en M.Y.N. Alibux, ‘De consumentenautoriteit en de Wet oneerlijke handelspraktijken’, MvV 2011, nr. 7/8, p. 208-215.
- Verkade, D.W.F., Oneerlijke handelspraktijken jegens consumenten, Deventer: Kluwer 2009.