Naar de inhoud

Commentaar op Burgerlijk Wetboek Boek 7 art. 660 (Arbeidsrechtartikelsgewijs)


Commentaar is bijgewerkt tot 21-09-2017 door mr. drs. K.G.F. van der Kraats en mr. J.J.M. de Laat

Artikel 660 Tekst van de hele regeling

De werknemer is verplicht zich te houden aan de voorschriften omtrent het verrichten van de arbeid alsmede aan die welke strekken ter bevordering van de goede orde in de onderneming van de werkgever, door of namens de werkgever binnen de grenzen van algemeen verbindende voorschriften, of overeenkomst aan hem, al dan niet tegelijk met andere werknemers, gegeven.

A: Inleiding

Wat betreft wetsgeschiedenis en jurisprudentie tot heden bijgewerkt.

B: Wetstechnische informatie

Voor de wetstechnische informatie verwijzen wij u naar de wetstechnische informatie van de regeling.

C: Kernproblematiek

In dit artikel wordt het meest onderscheidende element van de arbeidsovereenkomst – de gezagsverhouding – nader uitgewerkt.

De werkgever heeft een instructierecht ten aanzien van de werkvoorschriften en de orde binnen de onderneming, zo bepaalt dit artikel uitdrukkelijk. Door de per 1 april 1997 gewijzigde redactie van het artikel staat buiten twijfel dat beoogd is instructies zowel individueel als aan een collectief van werknemers te kunnen geven.

Naast instructies met betrekking tot de wijze waarop een werknemer het werk dient te vervullen, vallen eveneens binnen het bestek van deze bepaling – doorgaans gegrond op de zinsnede “ter bevordering van de goede orde in de onderneming”- kledingvoorschriften en (andere) eisen met betrekking tot representativiteit, zoals het dragen van bijvoorbeeld tatoeages, oorbellen en piercings.

Bij de rechterlijke beoordeling of de gegeven instructie (met een enigszins verouderd woord ook wel “dienstbevel” genoemd) de toets der kritiek kan doorstaan, dient…