Indien een arbeidsomvang van minder dan 15 uur per week is overeengekomen en de tijdstippen waarop de arbeid moet worden verricht niet zijn vastgelegd, dan wel indien de omvang van de arbeid niet of niet eenduidig is vastgelegd, heeft de werknemer voor iedere periode van minder dan drie uur waarin hij arbeid heeft verricht, recht op het loon waarop hij aanspraak zou hebben indien hij drie uur arbeid zou hebben verricht.
Commentaar op Burgerlijk Wetboek Boek 7 Artikel 628a (Loon, arbeidsomvang minder dan 15 uur per week). (artikeltekst geldig vanaf 1999-01-01)
Commentaar is bijgewerkt tot 12 juli 2017 door prof.mr. G.C. Boot en mr. B.A. Spliet
Artikel 628a Oproepovereenkomst, minimumaanspraak per oproep Tekst van de hele regeling
1.
2.
Van dit artikel kan niet ten nadele van de werknemer worden afgeweken.
Kern van het wetsartikel
Art. 7:627 en art. 7:628 bevatten regels over de verplichting tot doorbetaling van loon in de situatie dat de werknemer zijn bedongen arbeid niet verricht. Art. 7:627 bepaalt wanneer er geen loon betaald hoeft te worden, art. 7:628 bepaalt wanneer dat wel moet gebeuren.
Beschrijving van de wijzigingen
Art. 7:627 en 7:628 zijn tot stand gekomen bij de invoering van Titel 10 Boek 7 als onderdeel van het Nieuw Burgerlijk Wetboek. Voordien waren deze onderwerpen geregeld in art. 1638b en 1638d BW. Een inhoudelijke wijziging werd met die invoering niet beoogd. Art. 7:628a is ingevoerd bij de Wet Flexibiliteit en zekerheid per 1 januari 1999.
Art. 7:627 en 7:628 worden gewijzigd als gevolg van de Wet Werk en Zekerheid (WWZ). Per 1 januari 2015 is een wijziging van lid 2, lid…