De schuldenaar, die in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, wordt, hetzij op eigen aangifte, hetzij op verzoek van een of meer zijner schuldeisers, bij rechterlijk vonnis in staat van faillissement verklaard.
Commentaar op Faillissementswet art. 1 (OR-insolventierecht)
Commentaar is bijgewerkt tot 29-09-2017 door mr. I. Spinath en mr. dr. A.J. Tekstra
Artikel 1 Tekst van de hele regeling
De faillietverklaring kan ook worden uitgesproken, om redenen van openbaar belang, op verzoek van het Openbaar Ministerie.
A: Inleiding
Dit artikel geeft het criterium op basis waarvan een persoon failliet kan worden verklaard. De schuldenaar dient in een positie te verkeren, dat hij heeft opgehouden te betalen. Voor de vaststelling daarvan is vereist dat hij ten minste twee schuldeisers onbetaald laat, waarvan één met een opeisbare vordering. Niet doorslaggevend is of de schuldenaar al dan niet voldoende verhaal biedt, maar of de schuldenaar niet kan of niet wil betalen. ‘Betalen’ ziet op de voldoening van een verbintenis en is daarmee ruimer dan de voldoening van een geldsom alleen. Faillietverklaring kan op verzoek van de schuldenaar zelf (eigen aangifte) of op verzoek van een schuldeiser of het Openbaar Ministerie.
B: Wetstechnische informatie
Voor de wetstechnische informatie verwijzen wij u naar de wetstechnische informatie van de regeling.
C: Kernproblematiek
C.1: Verzoek tot faillietverklaring
Een schuldeiser in de zin van artikel 1 Fw is degene die een vorderingsrecht jegens de schuldenaar heeft. Ook een publiekrechtelijke rechtspersoon kan schuldeiser zijn.
Bevoegd is de schuldenaar of degene die hij daartoe heeft gemachtigd. Het bestuur van een nv of een bv is slechts op…