Naar de inhoud

Commentaar op Faillissementswet art. 176 (OR-insolventierecht)


Commentaar is bijgewerkt tot 01-10-2017 door mr. B.S.J.M. van Gangelen en mr. G.H. Gispen en mr. C.J.D. Warren

Artikel 176 Tekst van de hele regeling

1.

De goederen worden in het openbaar of met toestemming van de rechter-commissaris ondershands verkocht.

2.

Over alle niet spoedig of in het geheel niet voor vereffening vatbare baten beschikt de curator op de wijze door de rechter-commissaris goed te keuren.

A: Inleiding

Het eerste lid van artikel 176 Fw ziet op de wijze waarop de curator de tot de failliete boedel behorende goederen vervreemdt. Het tweede lid van het artikel bepaalt hoe de curator beschikt over niet voor vereffening vatbare baten.

B: Wetstechnische informatie

Voor de wetstechnische informatie verwijzen wij u naar de wetstechnische informatie van de regeling.

C: Kernproblematiek

C.1: Vereffening door vervreemding

De curator verkoopt alle tot de failliete boedel behorende goederen die daarvoor in aanmerking komen. Dit betreft in beginsel alle vermogensrechten en zaken, zie artikel 175 lid 2 Fw en artikel 21 Fw. Artikel 176 Fw laat onverlet dat de curator vermogensrechten op een andere wijze te gelde maakt, zoals het innen van vorderingen. De curator is gehouden om de goederen die behoren tot de failliete boedel te verkopen.

C.2: Openbare verkoop

De curator dient de goederen in beginsel in het openbaar te verkopen,1 tenzij aannemelijk is dat de verkoopopbrengst bij een onderhandse verkoop gelijk is aan, of hoger is dan die bij openbare verkoop. Ook wanneer er door een onderhandse verkoop andere voordelen voor de boedel ontstaan…