Naar de inhoud

Commentaar op Faillissementswet art. 47 (OR-insolventierecht)


Commentaar is bijgewerkt tot 01-10-2017 door mr. drs. F.P. van Koppen

Artikel 47 Tekst van de hele regeling

De voldoening door de schuldenaar aan een opeisbare schuld kan alleen dan worden vernietigd, wanneer wordt aangetoond, hetzij dat hij die de betaling ontving, wist dat het faillissement van de schuldenaar reeds aangevraagd was, hetzij dat de betaling het gevolg was van overleg tussen de schuldenaar en de schuldeiser, dat ten doel had laatstgenoemde door die betaling boven andere schuldeisers te begunstigen.

A: Inleiding

Het voldoen aan een opeisbare schuld is verplicht. In principe kan de curator de voldoening van een opeisbare schuld door de schuldenaar in het vooruitzicht van een faillissement niet met een beroep op de faillissementspauliana vernietigen. Dit is slechts mogelijk in de gevallen die in artikel 47 omschreven worden, namelijk wanneer de ontvanger van de betaling wist dat het faillissement van de schuldenaar reeds was aangevraagd of wanneer de betaling het gevolg was van overleg tussen de schuldenaar en schuldeiser dat tot doel had om laatstgenoemde te begunstigen.

In Loeffen/Mees en Hope II (HR 22 maart 1991, NJ 1992, 412, ECLI:NL:HR:ZC0561) overwoog de Hoge Raad dat als de curator in het bewijs van artikel 47 Fw (wetenschap van faillissementsaanvraag of overleg) slaagt, daarmee de kwade trouw vaststaat en (anders dan in de artikelen 43 en 45 Fw) geen ruimte meer is voor tegenbewijs.

B: Wetstechnische informatie

Voor de wetstechnische informatie verwijzen wij u naar de wetstechnische informatie van de regeling.

C: Kernproblematiek

C.1: De vereisten van een rechtshandeling van de schuldenaar en benadeling…