Naar de inhoud

Commentaar op Participatiewet Artikel 48 (Geldlening en borgtocht). (artikeltekst geldig vanaf 2017-01-01)

Commentaar is bijgewerkt tot 11 september 2014 door mr. H.S. Prins

Artikel 48 Geldlening en borgtocht Tekst van de hele regeling

1.

Tenzij in deze wet anders is bepaald, wordt de bijstand verleend om niet.

2.

Bijstand kan worden verleend in de vorm van een geldlening of borgtocht indien:

a.

redelijkerwijs kan worden aangenomen dat de belanghebbende op korte termijn over voldoende middelen zal beschikken om over de betreffende periode in de noodzakelijke kosten van het bestaan te voorzien;

b.

de noodzaak tot bijstandsverlening het gevolg is van een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan;

c.

de aanvraag een door de belanghebbende te betalen waarborgsom betreft;

d.

het bijstand ter gedeeltelijke of volledige aflossing van een schuldenlast betreft.

3.

Het college kan aan het verlenen van bijstand in de vorm van een geldlening verplichtingen verbinden die zijn gericht op meerdere zekerheid voor de nakoming van de aan deze bijstand verbonden rente- en aflossingsverplichtingen.

4.

Indien de persoon aan wie bijstand in de vorm van een geldlening wordt verleend algemene bijstand of een uitkering op grond van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen of het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 ontvangt, is het college bevoegd tot verrekening van die geldlening met die algemene bijstand of uitkering.

Kern van het wetsartikel

In art. 48 is de vorm van de bijstand opgenomen.

Beschrijving van de wijzigingen

Eerste wijziging per 1 januari 2012

Op grond van art. I, onderdeel AP, Wet tot wijziging van de Wet werk en bijstand en samenvoeging van die wet met de Wet investeren in jongeren…