Onverminderd het tweede lid is op een formeel buitenlandse vennootschap artikel 10 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek van overeenkomstige toepassing. De daarin bedoelde verplichtingen rusten op de bestuurders van de vennootschap.
Commentaar op Wet op de formeel buitenlandse vennootschappen art. 5 (OR-algemeen)
Commentaar is bijgewerkt tot 19-11-2017 door mr. drs. S.M. van den Braak
Artikel 5 Tekst van de hele regeling
De bestuurders zijn verplicht jaarlijks binnen vijf maanden na afloop van het boekjaar, behoudens verlenging van deze termijn met ten hoogste zes maanden krachtens een bevoegd, op grond van bijzondere omstandigheden genomen besluit, een jaarrekening en een bestuursverslag op te maken. Op de jaarrekening, het bestuursverslag en de overige gegevens is titel 9 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de openbaarmaking ingevolge artikel 394 van dat boek geschiedt door deponering bij het handelsregister.
De bestuurders zijn verplicht ieder kalenderjaar vóór 1 april van dat jaar ten kantore van het handelsregister neer te leggen een bewijs van inschrijving in het register waar de vennootschap krachtens het op haar toepasselijke recht moet zijn ingeschreven. Het bewijs mag niet eerder dan vier weken voor de datum van nederlegging zijn afgegeven.
A: Inleiding
Artikel 5 Wfbv legt op de bestuurders van formeel buitenlandse vennootschappen verplichtingen met betrekking tot de administratie, de jaarrekening en de nederlegging van een bewijs van inschrijving in het register van het land van herkomst. Ingevolge artikel 7 Wfbv rusten deze verplichtingen ook op de lokale managers. Ingevolge artikel 1 lid 2 Wfbv geldt artikel 5 niet voor vennootschappen uit de EU of de EER.
B: Wetstechnische informatie
Voor de wetstechnische informatie verwijzen wij u naar de wetstechnische informatie…