Curator heeft geen recht op aftrek btw ter zake van afwikkeling faillissement tandartspraktijk
Samenvatting
Belanghebbende dreef een tandartsenpraktijk en is op 15 december 2009 in staat van faillissement verklaard. De curator heeft verzocht om teruggaaf van omzetbelasting van € 13.100. Dit betreft de omzetbelasting op de kosten die de curator heeft gemaakt in het kader van zijn werkzaamheden. Rechtbank Noord-Holland oordeelde dat de economische activiteiten van belanghebbende bestonden uit de vrijgestelde tandartsdiensten. Dat de curator tegen vergoeding belaste handelingen verricht in verband met de beëindiging van de economische activiteit, betekent volgens de rechtbank echter niet dat belanghebbende wordt geacht deze handelingen zelf te hebben verricht en als gevolg hiervan recht op aftrek van voorbelasting heeft. De inkoop van belaste handelingen doet geen recht op aftrek van voorbelasting ontstaan. Het hof is het eens met voorgaand oordeel. Belanghebbende heeft tot en met de beëindiging van haar faillissement en dus tot en met de beëindiging van de belastingplicht voor de omzetbelasting, enkel van omzetbelasting vrijgestelde handelingen verricht uit hoofde van haar tandartsenpraktijk zodat belanghebbende geen recht heeft op aftrek van voorbelasting.
(Hoger beroep ongegrond.)
Commentaar
De casus heeft betrekking op een tandartsenpraktijk die failliet is gegaan. Staat dit te gebeuren, dan wordt een curator benoemd die het bewind over de onderneming overneemt van de bestuurder(s) van de in faillissement verkerende onderneming. Art. 43 AWR bepaalt dan dat de curator de fiscale verplichtingen en bevoegdheden van de tandartsenpraktijk kan nakomen en uitoefenen. De diensten die de curator ten behoeve van afwikkeling van het faillissement heeft verricht, heeft hij in rekening gebracht met btw aan de tandartsenpraktijk. Als tijdelijk bestuurder van de tandartsenpraktijk wilde hij vervolgens aftrek van belasting hebben voor de rekening die hij als…