Doek valt voor bestelauto zonder tussenschot
Onlangs is een einde gekomen aan een al jaren durende procedure over een verwijderd tussenschot. In deze procedure gaat het om de vraag of de eigenaar van een bestelauto straffeloos het tussenschot van zijn bestelauto mag verwijderen omdat hij een bank moet vervoeren die anders niet in de laadruimte van zijn bestelauto past. Achteraf gezien was het inhuren van een verhuisbedrijf waarschijnlijk veel goedkoper geweest, want tijdens het vervoer van de bank wordt de eigenaar aangehouden. We spreken dan over het jaar 2007. Bij inspectie van de bestelauto valt het verwijderde tussenschot op en dit is fiscaal een probleem. Een bestelauto zonder tussenschot kan namelijk aangemerkt worden als een personenauto. Het probleem daarbij is dat de belastingtarieven voor personenauto's (waaronder het motorrijtuigenbelastingtarief) veel hoger zijn dan het gangbare tarief voor bestelauto's. In deze zaak draait het om de verschuldigdheid van BPM.
Op grond van het herstelbeleid voor bestelauto's is een foutje van de bestelautobezitter geen probleem, mits de bestelauto eenvoudig te herstellen is in de originele staat. Eerst toetst de rechter alleen aan een herstelbeleid uit 2006, in cassatie wijst de Hoge Raad er op dat ook aan het herstelbeleid uit een later Kaderbesluit BPM moet worden getoetst. Het verwijzingshof oordeelt dat in dit geval geen sprake is van een eenvoudig te herstellen fout. Dit omdat het verwijderde tussenschot zoveel mogelijk rondom en op onverbrekelijke wijze rechtstreeks met de carrosserie verbonden moet zijn. Daarvan is geen sprake wanneer het tussenschot, zoals in dit geval, slechts met eenvoudig te verwijderen zelftappende bouten is vastgeschroefd. Er moet een afdichtkit worden gebruikt en het aanbrengen daarvan is bewerkelijk. Er is dus…