Het Europees bankbeslag: de voor- en nadelen ten opzichte van een Nederlands conservatoir derdenbeslag onder een bank
1. Inleiding
1.1. Om de grensoverschrijdende inning van vorderingen te vergemakkelijken, is de Verordening
tot vaststelling van een procedure betreffende het Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen (de “Verordening”) tot stand gekomen.2 De Verordening zal vanaf 18 januari 2017 van toepassing zijn.3 Met de Verordening wordt een Unieprocedure ingesteld waarmee schuldeisers een European Account Preservation Order (hierna: EAPO) kunnen verkrijgen. Een dergelijk EAPO stelt schuldeisers in staat banktegoeden van hun schuldenaar in andere lidstaten te blokkeren door een EAPO-beslag (ook wel ‘Europees bankbeslag’) te leggen.
1.2. In 2004 heeft de Europese Commissie (hierna: Commissie) een rechtsvergelijkende studie laten verrichten naar (onder meer) beslag op bankrekeningen in de lidstaten.4 Ook heeft zij in het kader van de totstandkoming van de Verordening een Groenboek5 uitgegeven, een consultatiedocument waarin de centrale vraag was hoe een Europees systeem voor beslag op bankrekeningen het beste vorm gegeven zou kunnen worden.6 Naar voren kwam dat de nationale regelingen inzake (conservatoir) beslag op bankrekeningen per lidstaat aanzienlijk verschillen. In sommige lidstaten gelden strengere voorwaarden om een dergelijk beslag te mogen leggen en ook de tenuitvoerleggingssystemen in de lidstaten (en daarmee de doeltreffendheid van de maatregelen) lopen uiteen. Deze verschillen tezamen met het feit dat het aanvragen van een dergelijke maatregel met grensoverschrijdende gevolgen omslachtig kan zijn, zijn reden geweest om de Verordening in te voeren.
1.3. De verschillen tussen de nationale stelsels verklaren waarom de Verordening een aantal punten geheel overlaat aan het nationale recht van de lidstaten en een aantal andere punten nader…