Naar de inhoud

Hoe ver reikt de werking van artikel 26 Wvg?

Samenvatting

Het was een nog openstaande vraag: kan artikel 26 Wvg alsnog worden ingeroepen, wanneer het voorkeursrecht in kwestie reeds is vervallen? De Hoge Raad beantwoordt de vraag bevestigend.

Tekst

Artikel 26 Wvg

Een belangrijke bepaling in de Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg) is artikel 26. Blijkens dit artikel kan de gemeente de nietigheid inroepen van rechtshandelingen die zijn verricht met de kennelijke strekking afbreuk te doen aan de voorkeurspositie die haar in de Wvg is gegeven. Met deze bepaling, bij de aanscherping van de Wvg in september 2002 in de wet gekomen, heeft men al die rechtshandelingen willen treffen, die zodanig zijn opgezet dat geen vervreemding zal plaatsvinden gedurende het bestaan van het voorkeursrecht, doch waarbij de beschikkingsmacht over en het economisch belang bij de grond door de vervreemder al wel in enigerlei mate aan een derde worden overgedragen. Overeenkomsten met een dergelijke strekking staan bloot aan vernietiging.

De casus

Op 25 mei 2007 zijn een grondeigenaar en een vastgoedontwikkelaar een koopovereenkomst aangegaan met betrekking tot een aantal percelen bouw- en weidegrond in de gemeente Bunnik. Inschrijving van het contract in de openbare registers volgt op 29 mei 2007. De koopovereenkomst kent voor de percelen een basiskoopprijs en een aanvullende koopprijs die is gerelateerd aan een mogelijke bestemmingswijziging. In de overeenkomst is bepaald dat deze van rechtswege eindigt, indien zes maanden zijn verstreken nadat de koopakte is ingeschreven in de openbare registers, zonder dat de overeenkomst heeft geresulteerd in een rechtsgeldige overdracht. Levering van de percelen heeft niet plaatsgevonden.

Ten tijde van de totstandkoming van de koopovereenkomst rustte op de percelen een voorkeursrecht van de gemeente Bunnik. Dit recht was bij besluit…