Inhoudingsplicht bij uitzending
Als een werknemer van een buitenlandse onderneming naar een vestiging in Nederland wordt uitgezonden, zal er vaak in Nederland een inhoudingsplicht voor de loonheffingen ontstaan. Wat veelal niet bekend is, is dat deze inhoudingsplicht vaak op de buitenlandse (concern-) vennootschap rust. Met een relatief eenvoudige procedure is het echter mogelijk om de inhoudingsplicht te verleggen naar de Nederlandse concernvennootschap. Dit betekent voor de buitenlandse werkgever een administratieve verlichting.
In geval van internationale uitzending behoudt de werknemer in kwestie vaak de arbeidsovereenkomst met de werkgever in het thuisland. Vaak wordt een zogenoemde uitzendovereenkomst gesloten, waarbij de werknemer door de werkgever in het thuisland voor een tijdelijke periode wordt uitgeleend aan de vennootschap in het gastland. Volgens de Wet op de Loonbelasting is inhoudingsplichtige voor de loonheffingen degene tot wie een of meer personen in dienstbetrekking staan (art. 6 lid 1 a Wet LB 1964). Formeel gezien staat de werknemer tijdens zijn tijdelijke uitzending naar Nederland nog in dienstbetrekking tot de werkgever in het thuisland. Dit zou dus betekenen dat de werkgever in het thuisland de loonheffing zou moeten inhouden en afdragen.
Inhoudingsplicht buitenlandse werkgever
Volgens de Wet op de loonbelasting is een werkgever die niet in Nederland woont of gevestigd is in principe geen inhoudingsplichtige voor de loonheffingen, tenzij er sprake is van een vaste inrichting of vaste vertegenwoordiger in Nederland, of als die werkgever één of meer personen in dienst heeft van wie het loon is onderworpen aan de inkomstenbelasting, en waarvan hij met betrekking tot die personen in Nederland de loonadministratie houdt en zich als inhoudingsplichtige bij de inspecteur heeft gemeld (art. 6, lid 2, Wet LB 1964).
In het…