JIN 2016/154, Hoge Raad 03-06-2016, ECLI:NL:HR:2016:1046, 14/06346 (met annotatie van G.J. de Bock en R.A.G. de Vaan)
Inhoudsindicatie
Goederenrecht, Onder eigendomsvoorbehoud geleverde goederen, Voorwaardelijk eigendomsrecht, Terstond ingaand eigendomsrecht onder opschortende voorwaarde, Pandrecht, Faillissementsrecht, Fixatiebeginsel, Gevolgen van betaling door pandhouder aan leverancier na faillietverklaringSamenvatting
De levering van goederen onder eigendomsvoorbehoud leidt tot een eigendomsrecht voor de koper onder de opschortende voorwaarde van betaling. De koper kan dit voorwaardelijk eigendomsrecht bezwaren of vervreemden. Bij een verpanding geeft dit de pandhouder een onvoorwaardelijk pandrecht op een voorwaardelijk eigendomsrecht. De pandhouder kan dat pandrecht op het voorwaardelijk eigendomsrecht doen ‘uitgroeien’ tot een…
Instantie | Hoge Raad |
---|---|
Datum uitspraak | 03-06-2016, 26-02-2016 |
Publicatie | JIN 2016/154 (Sdu Jurisprudentie in Nederland), aflevering 7, 2016 |
Annotator |
|
ECLI | ECLI:NL:HR:2016:1046, ECLI:NL:PHR:2016:73 |
Zaaknummer | 14/06346, 14/06346 |
Overige publicaties |
|
Rechtsgebied | Algemeen |
Rubriek | Civiel recht |
Rechters |
|
Partijen | De coöperatie Coöperatieve Rabobank Zuid-Holland Midden U.A., gevestigd te Delft, eiseres tot cassatie, verweerster in het voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep, advocaat: mr. J. de Bie Leuveling Tjeenk, tegen [verweerder], wonende te [woonplaats], verweerder in cassatie, eiser in het voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep, advocaat: mr. K. Aantjes. Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als Rabobank en [verweerder]. |
Regelgeving |
|