Kan een retentierecht worden ingeschreven en heeft dat zin?
Samenvatting
Kleyn geeft een overzicht van de reacties van de Dienst van het Kadaster over de inschrijfbaarheid van een retentierecht op een onroerende zaak. Tevens zijn twee modellen van de Dienst voor inschrijving van een retentierecht opgenomen. Kleyn concludeert dat het retentierecht een persoonlijk recht is, dat niet door inschrijving maar ingevolge art. 3:291 BW derdenwerking heeft. Toch heeft de inschrijving naast het feitelijk kenbaar maken zin, omdat het ingeschreven zijn ten tijde van de verkrijging door een derde diens goede trouw wegneemt, zodat het retentierecht op die grond tegen derden werkt ook al zou het feitelijk niet zo erg duidelijk zijn. De notaris moet de retentor dringend aanraden om het retentierecht in de registers in te schrijven.
Tekst
In JBN 1995, nr 106 is de eventuele derdenwerking van een retentierecht op een onroerende zaak ter sprake gekomen, naar aanleiding van het arrest van de Hoge Raad van 23 juni 1995. In dat arrest is door de Hoge Raad geconstateerd dat dit retentierecht naar zijn aard niet kenbaar is uit de openbare registers (r.o. 3.5.1.).
Van verschillende zijden is hierop gereageerd met de mededeling dat in de praktijk dit soort retentierechten reeds wordt ingeschreven.
Professor Van Velten zond een model, waarbij een notaris namens de retentor het bestaan van een retentierecht ter inschrijving aanbood met vermelding van de eigenaar en de plaatselijke en kadastrale aanduiding van de betreffende onroerende zaak. Bovendien zijn de bescheiden waaruit de achterstand in betaling, die de grondslag van het retentierecht vormde, aan de verklaring gehecht, conform artikel 37 lid 2 Kadasterwet.
Ook vanwege de Dienst van het Kadaster is op…