Rechtsmacht bij internationale kinderbeschermingsmaatregel
Vier Slowaakse kinderen zijn in verwaarloosde toestand op straat aangetroffen. Hierna zijn de kinderen onder toezicht gesteld en uit huis geplaatst. De moeder betwist de rechtsmacht van de Nederlandse rechter, omdat zij niet met de kinderen in Nederland verblijft. Uit onderzoek is echter niet gebleken dat de minderjarigen, ten tijde van het indienen van de verlengingsverzoeken, ergens anders verbleven dan in Nederland. Daarnaast wordt de uitvoering van de kinderbeschermingsmaatregelen in Slowakije op dit moment niet in het belang van de minderjarigen geacht.
De feiten
V heeft vijf…
Wetgeving | |
---|---|
Jurisprudentie | ECLI:NL:GHARL:2015:1835 |
Officiële publicaties | |
Europese regelgeving | |
Soort nieuws | Uitspraak |
Publicatiedatum | 16-04-2015 |
Nummer | 2015/0119 |