Naar de inhoud

Regeling vaststelling periode eigenrisicodragen WGA-uitkeringen [Tekst geldig vanaf 01-01-2017]

[Tekst geldig vanaf 01-01-2017]

Gelet op artikel 82, tweede lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen en artikel 40, dertiende lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen;

Besluit:

Artikel 1. Periode eigenrisicodragen

Ten aanzien van uitkeringen waarvan het recht is ontstaan op of na 1 januari 2007 bedraagt de periode, bedoeld in de artikelen 82, eerste lid, en 83, eerste lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen: tien jaar.

Artikel 2. Termijn voor overlegging van schriftelijke garantie

De termijn, bedoeld in artikel 40, dertiende lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen bedraagt: dertien weken. De termijn vangt aan met ingang van de dag na de dag waarop door de inspecteur het verzoek is gedaan tot het overleggen van de schriftelijke garantie, bedoeld in dat lid.

Artikel 2a. Grondslag

Deze regeling berust mede op artikel 83, eerste lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.

Artikel 3. Inwerkingtreding

Artikel 1 van deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2007 en artikel 2 van deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 4. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vaststelling periode eigenrisicodragen WGA-uitkeringen.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 17 augustus 2006

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A.J. de Geus