Naar de inhoud

Sign. - Boetebeding niet nietig, paulianeus of in strijd met redelijkheid en billijkheid (Gerechtshof Amsterdam 26 juli 2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:3063)

In december 2009 sluit opdrachtgever Black Box een overeenkomst met aannemer Midreth voor de bouw van de Ziggo Dome. De oplevering staat voor juli 2011. In de overeenkomst is opgenomen dat Midreth een bankgarantie van 8% van de aanneemsom stelt ten behoeve van Black Box, tot zekerheid voor de nakoming van haar verplichtingen. Ook is het volgende boetebeding opgenomen:

IN GEBREKE BLIJVEN/OVERLIJDEN VAN DE AANNEMER

Indien de aannemer in staat van surseance of faillissement wordt verklaard verbeurt de aannemer een onmiddellijk opeisbare boete ter grootte van 8% van de aannemingssom.’

In februari 2011 wordt Midreth failliet verklaard. Na in mei 2011 door Black Box in kort geding te zijn gedagvaard, gaat de bank over tot uitbetaling aan Black Box onder de bankgarantie. De curatoren vorderen onder andere betaling van de nog openstaande facturen en (terug)betaling van de aan de bankgarantie gekoppelde boete. De rechtbank wijst de vorderingen af.

Het hof wijst in december 2013 arrest, maar naar aanleiding van het cassatieberoep van de curatoren vernietigt de Hoge Raad op 17 april 2015 dit arrest en verwijst de zaak terug naar het hof voor verdere behandeling.

Het hof onderschrijft het oordeel van de rechtbank op dit punt. Een redelijke uitleg van het boetebeding brengt mee dat de strekking ervan niet uitsluitend is dat de boete wordt verbeurd door de enkele omstandigheid van het faillissement, maar ook door de omstandigheid dat in het geval van faillissement de verplichtingen niet meer worden nagekomen, ten gevolge waarvan de bouw hoogst waarschijnlijk vertraging zal ondervinden en Black Box dus schade zal lijden. Met het boetebeding is hierop geanticipeerd door voor dat geval een gefixeerd…