Naar de inhoud

Sign. - Doorkruist executie van aandelen procedures tussen partijen?

X is enig aandeelhouder en bestuurder van X Beheer. Zijn zoon Y is enig aandeelhouder en bestuurder van VDB. In 1996 heeft X Beheer Sensemakers BV opgericht. Sensemakers houdt zich bezig met het exploiteren van erotische telefoonnummers en websites. In 2007 heeft X Beheer 30% van haar aandelen in Sensemakers aan VDB verkocht. Voor de betaling van de koopsom is een regeling getroffen, die door VDB niet is nagekomen. Vader en zoon zijn daarna met elkaar in verschillende procedures verwikkeld geraakt. In 2012 heeft X Beheer executoriaal beslag gelegd op de aandelen Sensemakers. DKB, een vennootschap van de dochter van X (en halfzus van Y), heeft zich bereid verklaard de aandelen te kopen. De rechtbank heeft het verzoek van X Beheer om tot verkoop van de aandelen over te gaan afgewezen. Zij overwoog dat het toelaten van de executoriale verkoop een onaanvaardbare doorkruising zou betekenen van de diverse procedures die tussen partijen lopen en het risico van tegenstrijdige beslissingen zou meebrengen. Mede omdat X Beheer het recht van executie voor een ander doel leek te willen gebruiken dan waarvoor het is verleend, concludeerde de rechtbank dat uitoefening van het recht van executie door X Beheer misbruik van bevoegdheid als bedoeld in artikel 3:13 lid 1 BW zou betekenen.

In hoger beroep voert X Beheer aan dat van misbruik van bevoegdheid geen sprake is. Het hof overweegt dat, anders dan X Beheer betoogt, ook het uitoefenen van een executiebevoegdheid onder de in artikel 3:13 lid 2 BW bedoelde omstandigheden misbruik van bevoegd kan opleveren. De vraag is nu of dergelijke omstandigheden zich hier voordoen. Het hof ziet geen gevaar…