Sign. - Enquêteprocedure Meavita (Hof Amsterdam (OK) 2 november 2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:4454, «JOR» 2016/61, m.nt. prof. mr. P. van Schilfgaarde)
Het Meavita-concern was in de jaren vóór 2007 ontstaan uit een aantal samenwerkingsovereenkomsten en tot een personele unies leidende ‘bestuurlijke fusies’. Vanaf 2007 waren in Meavita ongeveer 20.000 personeelsleden werkzaam. Zorg werd verleend aan ongeveer 100.000 cliënten. In elk geval vanaf 2007 had Meavita te kampen met toenemende uitgaven en teruglopende inkomsten. Daarvoor is gewaarschuwd maar de leidinggevende organen zijn er niet in geslaagd een kentering ten goede tot stand te brengen wat heeft geleid tot het faillissement van het concern. In deze beschikking van 2 november 2015 heeft de Ondernemingskamer op een belangrijk aantal onderdelen tot wanbeleid geconcludeerd. Daarbij heeft zij een reeks besluiten van de RvC tot decharge vernietigd en op grond van art. 2:354 BW een verzoek tot verhaal van onderzoekskosten op de verantwoordelijk geachte bestuurders en commissarissen toegewezen.
In hoofdzaak spitst de zaak zich toe op enerzijds de voorbereiding en uitvoering van de fusie tussen Meavitagroep en S&TZG/Meavita en anderzijds de gang van zaken rond TVfoon, een omvangrijk en voor werknemers en cliënten zeer ingrijpend project.
Op het punt van de fusie hebben Meavitagroep en S&TZG/Meavita Nederland naar het oordeel van de Ondernemingskamer in ernstige mate gehandeld respectievelijk nagelaten in strijd met elementaire beginselen van verantwoord ondernemerschap. Het heeft er onder meer toe geleid dat bestuurders zijn benoemd en zij hun taak hebben kunnen vervullen zonder dat op enigerlei wijze een weloverwogen en objectieve reflectie op de inhoud van de respectieve taken en op de keuze van degenen die met die taken zouden worden belast heeft plaatsgevonden en zonder dat een beoordeling van de vervulling van die taken heeft plaatsgevonden. Het is…