Naar de inhoud

Sign. - Grondslagverlating na wijziging tenlastelegging bij witwassen (HR 28 oktober 2014, ECLI:NL:HR:2014:3047)

De witwasbepalingen bevatten twee onderdelen: onderdeel a betreft het verhullen en verbergen van onder andere de werkelijke aard, herkomst en vindplaats van een voorwerp dat – onmiddellijk of middellijk – afkomstig is uit enig misdrijf en onderdeel b betreft het verwerven, voorhanden hebben, overdragen, omzetten en gebruikmaken van een dergelijk voorwerp.

Een van de feiten waarvan de verdachte in deze zaak werd verdacht, is witwassen. De tenlastelegging in deze zaak was toegesneden op onderdeel a van de witwasbepalingen; primair op art. 420bis juncto 420ter van het Wetboek van Strafrecht (‘Sr’), subsidiair op art. 420bis onderscheidenlijk 420quater Sr. Het hof stelt echter vast dat zowel in het dossier, als op de behandeling bij de rechtbank het tenlastegelegde is begrepen als zijnde gericht op het in onderdeel b neergelegde strafbare feit. Het feit dat door de rechtbank bewezen is verklaard, valt ook onder die delictsomschrijving en van deze bewezen verklaarde strafbare gedragingen zijn de raadsman en de advocaat-generaal bij de behandeling in hoger beroep uitgegaan. Gezien deze omstandigheden heeft het hof de tenlastelegging verbeterd gelezen, als mede inhoudend hetgeen onder b van de witwasbepalingen te vinden is. De strafmaat tussen de onderdelen a en b verschilt immers ook niet, aldus het hof.

Vervolgens heeft het hof bewezenverklaard dat de verdachte bepaalde uit misdrijf verkregen voorwerpen voorhanden heeft gehad. Aldus, een bewezenverklaring die stoelt op onderdeel b van art. 420bis Sr.

Het uitleggen van de tenlastelegging is voorbehouden aan de feitenrechter en als er misslagen voorkomen in de tenlastelegging dient hij deze te verbeteren, mits de verdachte daardoor niet in zijn verdediging wordt geschaad. Een verbeterde lezing is…