Naar de inhoud

Sign. - Tien jaar na de echtscheiding geen lotsverbondenheid meer (Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 1 oktober 2015, ECLI:NL:GHARL:2015:7377)

Het huwelijk tussen M en V is in 2004 door echtscheiding ontbonden. Artikel 1 van het door partijen ondertekende echtscheidingsconvenant luidt: ‘De vrouw heeft behoefte aan een onderhoudsbijdrage, doch de financiële positie van de man laat thans geen alimentatiebetaling toe.’ In 2014 dient verzoekt V de rechtbank een door M aan haar te betalen partneralimentatie vast te stellen. De rechtbank willigt het verzoek in en bepaalt de door M te betalen alimentatie op € 888 per maand. M gaat in hoger beroep. Volgens hem is de lotsverbondenheid tussen partijen, na het verstrijken van ruim tien jaar, zodanig verwaterd dat van een verplichting tot levensonderhoud thans geen sprake meer kan zijn. In het door partijen ondertekende echtscheidingsconvenant staat dat V weliswaar behoefte heeft aan bijdrage van M in de kosten van haar levensonderhoud, maar dat M op dat moment onvoldoende draagkracht had om, naast de betaling van kinderalimentatie, partneralimentatie te voldoen. V is ten tijde van de echtscheiding in 2004 een nieuwe relatie aangegaan. Sindsdien hebben zij beiden een nieuw leven opgebouwd. M hoefde na bijna elf jaar geen rekening meer te houden met een verzoek van V tot betaling van een bijdrage in de kosten van haar levensonderhoud.

V stelt zich op het standpunt dat nog steeds sprake is van lotsverbondenheid tussen partijen. Zij heeft thans geen relatie meer. Zij heeft na de echtscheiding nimmer samengewoond. Na de scheiding heeft zij in het kader van de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap een bedrag van € 45.000 ontvangen, met welk bedrag zij sindsdien steeds haar inkomen heeft aangevuld, zodat zij steeds in haar levensonderhoud kon blijven voorzien.

Het hof stelt vast…