Sign. - Verzoekschrift echtscheiding zonder huwelijksakte (Rechtbank Limburg 9 januari 2017, ECLI:NL:RBLIM:2017:191)
Volgens V (van Nederlandse nationaliteit) is zij in 1994 in de Verenigde Staten gehuwd met M (van Amerikaanse nationaliteit). In april 2016 heeft de griffie van de rechtbank het echtscheidingsverzoek van V ontvangen en haar verzocht de huwelijksakte te overleggen. In oktober 2016 is V door de griffie nogmaals verzocht de huwelijksakte binnen veertien dagen aan te leveren, met de aanzegging dat anders een niet-ontvankelijkheid zou volgen. V heeft op eigen verzoek toen uitstel gekregen tot 25 november 2016. De huwelijksakte is door V echter nimmer overlegd.
Krachtens artikel 815 lid 5 sub a Rv dient bij een echtscheidingsverzoek een afschrift of uittreksel van de huwelijksakte overlegd te worden. Indien dit redelijkerwijs niet kan worden overlegd, kan krachtens lid 6 volstaan worden met overlegging van andere stukken of op andere wijze daarin kan worden voorzien, een en ander ter beoordeling van de rechter.
De rechtbank stelt vast dat de wet geen sanctie kent voor het niet-overleggen van de huwelijksakte. In artikel 2.3 van het toepasselijke Procesreglement Scheiding is bepaald dat het ontbreken van de huwelijksakte, zonder dat voor het aflopen van de termijn schriftelijk klemmende redenen zijn aangevoerd, kan leiden tot niet-ontvankelijkheid. Indien er geen klemmende redenen zijn aangevoerd, wordt er bovendien van uitgegaan dat verzoeker geen prijs stelt op een mondelinge behandeling. Artikel 2.3 van het reglement schept hierdoor dus de bevoegdheid om het niet tijdig overleggen van de huwelijksakte te sanctioneren door het verzoek zonder mondelinge behandeling niet-ontvankelijk te verklaren. Onder verwijzing naar HR 14 januari 2005 (ECLI:NL:HR:2005:AR5752) stelt de rechtbank…