Sign. - Voorzien en reserveren voor groot onderhoud niet vanzelfsprekend (WFR 2016/9, T.M. Berkhout en J.M. van der Heijden)
Beide auteurs zijn werkzaam bij de Belastingdienst. Zij zien dat in de vastgoedsector, ingegeven door de zoektocht naar (stabiele) fiscale sturingsmogelijkheden voor vastgoedinvesteringen, de voorziening groot onderhoud steeds vaker voorbij komt. De vorming van een voorziening groot onderhoud roept in de praktijk verschillende vragen op, waarop noch de Hoge Raad noch de wetgever antwoorden op heeft geformuleerd. Auteurs bespreken in hun artikel twee kernvragen. Ten eerste stellen zij zichzelf de vraag of het vormen van een voorziening groot onderhoud bij een doorlopende samengestelde prestatie, zoals vastgoedverhuur, op grond van BNB 1998/396 (het lease-arrest) wel in overeenstemming is met goed koopmansgebruik. Ten tweede werpen zij zich op de vraag, indien eerstgenoemde vraag bevestigend beantwoord moet worden, of voor het vormen van een dergelijke voorziening dezelfde voorwaarden gelden als voor het vormen van een kostenegalisatiereserve. Zowel de egalisatiereserve als de voorziening komen voort uit goed koopmansgebruik. Auteurs concluderen dat het binnen de geldende voorzieningenleer niet is toegestaan voorzieningen te treffen indien sprake is van doorlopend samengestelde prestaties. Hoewel het auteurs niet lukt om een precieze grens tussen geïsoleerde- samengestelde prestaties aan te leggen, concluderen zij dat het verhuur van vastgoed in ieder geval een samengestelde prestatie is. Dat betekent, zo menen de auteurs, dat de Hoge Raad een voorziening groot onderhoud voor die gevallen niet in overeenstemming met goed koopmansgebruik acht. In dat geval komt, zo stellen de auteurs, de kostenegalisatiereserve weer in beeld. Het karakter van de kostenegalisatie is gericht op de egalisatie van het ongelijkmatige verloop van kosten en lasten. Daarbij gelden zekere begrenzingen. Eén van die beperkingen is het zogenoemde…