In deze regeling wordt verstaan onder:
aangiftetijdvak: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid, onderdeel a, van het Dagloonbesluit werknemersverzekeringen;
de Minister: de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;
loon: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 3, eerste lid, van het Dagloonbesluit werknemersverzekeringen, met dien verstande dat indien in een aangiftetijdvak geen of minder loon is genoten vanwege verlof als bedoeld in onderdeel h, als loon in dat aangiftetijdvak wordt aangemerkt het loon dat in dezelfde dienstbetrekking is genoten in het laatste aan dat verlof voorafgaande aangiftetijdvak waarin geen sprake was van verlof;
dagloon: het dagloon, bedoeld in artikel 1b, eerste lid, van de Werkloosheidswet;
ongemaximeerde dagloon: het dagloon indien dat niet zou zijn gemaximeerd op het in artikel 17, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen bedoelde bedrag;
ongemaximeerde herziene dagloon: het herziene dagloon indien dat niet zou zijn gemaximeerd op het in artikel 17, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen bedoelde bedrag;
uitkeringspercentage: het uitkeringspercentage, waarbij geldt dat het uitkeringspercentage over de eerste 43,5 rechtdagen 75% bedraagt, en over de daaropvolgende rechtdagen 70%;
UWV: het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, genoemd in hoofdstuk 5 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;
verlof: een tussen de werkgever en werknemer voor een gedeelte of het geheel van de arbeidstijd overeengekomen tijdvak, waarin de werknemer geen arbeid jegens de werkgever verricht, met uitzondering van verlof als bedoeld in de artikelen 3:1 en 3:2 van de Wet arbeid en zorg;
werknemer: de werknemer, bedoeld in de Werkloosheidswet;
WGA-uitkering: de werkhervattingsuitkering gedeeltelijk arbeidsgeschikten, bedoeld in hoofdstuk 7 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen;
WW-uitkering: een uitkering op grond van hoofdstuk II van de Werkloosheidswet, met uitzondering van de uitkering op grond van artikel 18 van die wet en de uitkering die uitsluitend het gevolg is verkorting van de werktijd, waarvoor ontheffing is verleend op grond van artikel 8, derde lid, van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945;
ziekte: de ongeschiktheid tot het verrichten van de bedongen arbeid als bedoeld in artikel 629, eerste lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek;
ZW-uitkering: de uitkering van het ziekengeld, bedoeld in artikel 19 van de Ziektewet.