Vertegenwoordiging van de gemeente en de Handelsregisterwet 2007
1. Inleiding
Publiekrechtelijke rechtspersonen als bedoeld in art. 2:1 Burgerlijk Wetboek (“BW”) bezitten rechtspersoonlijkheid, doch zij zijn van het algemene rechtspersonenrecht van Titel 1 Boek 2 BW uitgezonderd op grond van art. 2:1 lid 3 BW2. Publiekrechtelijke rechtspersonen worden dan ook geregeerd door de specifiek op hen van toepassing zijnde wet- en regelgeving. Ten aanzien van de vertegenwoordigingsbevoegdheid geldt in principe wel het algemene recht van het BW, voor zover specifieke wet- en regelgeving geen afwijkingen bevat ten opzichte van het BW.
De gemeente is als publiekrechtelijke rechtspersoon vaak partij bij een privaatrechtelijke overeenkomst. Zo ook bij overeenkomsten betreffende rechtshandelingen in/rond onroerende zaken. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de gemeente als eigenaar van een onroerende zaak ten aanzien waarvan een recht van erfpacht wordt gevestigd (de zogenaamde uitgifte in erfpacht). De gemeente handelt bij deze privaatrechtelijke rechtshandelingen op grond van verschillende (en vaak gecombineerde) “instrumenten”, geboden door het publiek- en privaatrecht. Het is dan niet altijd voor een derde/niet ingewijde duidelijk op welke wijze de vertegenwoordiging van de gemeente heeft plaatsgevonden.
Per 1 juli 2008 is de Handelsregisterwet 2007 (“Hrw”) - en het daarmee samenhangende Handelsregisterbesluit 2008 (“Hrb”)3 - in werking getreden ter vervanging van de Handelsregisterwet 1996. Op grond van art. 6 lid 1 aanhef en sub c Hrw dient ook een gemeente, zijnde een publiekrechtelijke rechtspersoon, zich in te schrijven bij het handelsregister. Ook dient degene die als vertegenwoordigingsbevoegde namens de gemeente mag optreden te worden ingeschreven.
In dit artikel zal ik ingaan op twee aspecten van vertegenwoordiging door de gemeente, door…