Naar de inhoud

Wat moet de executeur weten van de Wet BETS?

Auteur bespreekt de gevolgen van de Wet BETS (Wet bescherming erfgenamen tegen schulden) voor de executeur van een nalatenschap. Per 1 september 2016 is de wet in werking getreden. De wijzigingen zien op de mogelijkheid om via de rechter alsnog beneficiair te aanvaarden na een zuivere aanvaarding, de mogelijkheid ontheven te worden van de verplichting om een schuld uit eigen vermogen te voldoen en op het minder snel zuiver aanvaarden van een nalatenschap door gedragingen.

De Wet BETS heeft er niet voor gekozen om een standaard beneficiaire aanvaarding van de nalatenschap te introduceren. De minister wilde voorkomen dat iedere nalatenschap vereffend moet worden.

Art. 4:192 lid 1 BW omschrijft sinds 1 september 2014 onder welke omstandigheden sprake is van zuivere aanvaarding van een nalatenschap: (1) doordat hij goederen van de nalatenschap verkoopt, (2) bezwaart of (3) op andere wijze aan het verhaal van schuldeisers onttrekt. Volgens de minister kan van deze handelingen niet worden aangenomen dat een erfgenaam deze onbewust verricht.

Aangekondigd is dat bij een eerstvolgende reparatiewet de tekst van art. 4:192 lid 1 zal worden aangepast. De nieuwe formulering zal meer aansluiting zoeken bij de tekst van art. 1:88 lid 1 sub a BW. ‘Verkoopt’ in art. 4:192 lid 1 BW zal namelijk worden vervangen door ‘het aangaan van overeenkomsten strekkende tot’.

Volgens auteur blijft de tekst van art. 4:192 lid 1 BW een grijs gebied opleveren: wanneer is bijvoorbeeld wel of niet sprake van benadeling van schuldeisers? Niet altijd valt eenvoudig vast te stellen of goederen van de nalatenschap echt waardeloos zijn.

Wat betekent de Wet BETS voor de executeur? Volgens auteur mag van de executeur worden verwacht dat hij de erfgenamen actief wijst op een mogelijk beroep op art. 4:194a BW. Deze bepaling is met de Wet BETS in werking getreden. Het biedt de erfgenaam de mogelijkheid onder omstandigheden alsnog beneficiair te aanvaarden nadat hij de nalatenschap reeds zuiver heeft aanvaard. Er dient dan sprake te zijn van een schuld van de nalatenschap die hij niet kende en ook niet behoorde te kennen. De erfgenamen hebben een onderzoeksplicht, ook als een executeur is benoemd, aldus de Memorie van Toelichting.

Wanneer is sprake van ontdekking van de onbekende schuld? Is dat het moment dat de executeur deze kent of het moment dat de erfgenaam met de schuld bekend wordt? Volgens dezelfde Memorie van Toelichting is geen sprake van toerekening van de bekendheid van de executeur met een schuld aan de erfgenaam. De erfgenaam wordt in elk geval geacht bekend te zijn met de schuld als de executeur zijn boedelbeschrijving aan de erfgenaam heeft gegeven.

Ook dient de executeur de erfgenamen te begeleiden bij vragen rondom gedragingen die kunnen leiden tot zuivere aanvaarding, ook al is de aanvaarding van de nalatenschap principieel iets van de erfgenamen zelf en ook al is de executeur privatief bevoegd met betrekking tot de beschikkingsbevoegdheid. 

E. van den Brink-Baggerman, De notarisklerk, 9/10, 2016, p. 73 e.v.

Wetgevingart. 4:192 BW
art. 1:88 BW
Jurisprudentie
Officiële publicaties
Europese regelgeving
Soort nieuwsWetgeving
Publicatiedatum01-12-2016
Nummer2016/0859