Alleenwonende huurder overleden – binnentreden en zaken waarnemen
Hoe wikkel je als verhuurder de huur af na het overlijden van een alleenwonende huurder? Je kan contact opnemen met de erfgenamen en de huur eindigt sowieso aan het einde van de tweede maand na het overlijden. Maar wat doe je wanneer er geen nabestaanden zijn, de woning vervuild is en de stank daarvan zowat een buurtoproer teweeg brengt? Daarover gaat het laatste deel van dit drieluik.
Na het overlijden van een alleenwonende huurder ziet het ernaar uit dat er geen erf-genamen zijn. Mag je dan ‘zomaar’ de woning betreden? Wat doe je met de auto die nog voor de deur geparkeerd staat en herhaaldelijk alarm slaat? Kan je de inboedel verkopen aan een kringloopwinkel en het restant door een schoonmaakbedrijf laten afvoeren ter vernietiging? En... wat doe je met de even levendige als welsprekende papegaai, die elke voorbijganger om hulp vraagt?
Zijn er geen erfgenamen of duurt het onaanvaardbaar lang om daarover duidelijkheid te krijgen? Dan heeft een verhuurder een aantal opties. Dat er geen nabestaanden zijn of dat elke potentiële erfgenaam de erfenis verwerpt, mag een verhuurder niet zo maar aannemen: ons erfrecht voorziet in erfgenamen tot in de zesde graad. Verwerpt iemand een erfenis, dan wordt nagegaan wie zijn plaats kan vervullen. Zo’n onderzoek kan leiden tot het opsporen van tientallen personen in de opgaande lijn, de neergaande lijn of in de zijlijn, alles bezien vanuit de positie van de overledene.
Zo’n ervenonderzoek kan enkele maanden duren, terwijl allerlei zaken afwikkeling behoeven. Daarom kan het optreden van een vereffenaar zelfs al spoedig opportuun zijn. De verhuurder, bijvoorbeeld, heeft belang bij het vrijkomen van de woning. Wanneer de verhuurder een forse vordering heeft en vermoedt dat de nalatenschap substantiële waarde heeft, kan ook hij de rechtbank verzoeken om het benoemen van een vereffenaar.
Een andere optie is toch maar geduld oefenen: na het overlijden van een alleenwonende huurder, terwijl geen andere persoon in de woning achterblijft, eindigt de huur aan het einde van de tweede maand na diens overlijden (artikel 7:268 lid 6 BW). Is de huur door dit tijdsverloop geëindigd, dan mag de verhuurder de woning betreden. Doorgaans zegt de huurovereenkomst dat de verhuurder bij het einde van de huur bevoegd is zaken te verwijderen die dan in de woning zijn achtergelaten – zonder bewaarplicht te aanvaarden. In dat geval kan de verhuurder tot verwijdering overgaan. Is de inboedel getaxeerd door de RVOB op een waarde lager dan € 2.500, dan kan de verhuurder zonder veel risico beslissen wat persoonlijke bezittingen te bewaren voor ‘je weet maar nooit’, terwijl de overige inboedel kan worden afgevoerd. Maak wel foto’s en bewaar die met het taxatierapport van…