Art. - Het toepasselijke recht op een volmacht
In het internationale rechtsverkeer wordt veelvuldig gebruikgemaakt van volmachtverlening. Zo kan een in Nederland wonende particulier bij de aanschaf van een vakantiehuis aan de Spaanse Costa Brava zich door een – in Nederland dan wel in Spanje gevestigde – makelaar laten bijstaan. Hierbij doen verschillende vormen van vertegenwoordiging zich voor. De particulier kan daarbij aan de makelaar een opdracht tot bemiddeling bij de aanschaf van een huis geven, maar hij kan hem tevens een volmacht verlenen namens hem de koopovereenkomst te sluiten. Van een volmacht kan men zich niet alleen bij het sluiten van een koopovereenkomst bedienen, maar bijvoorbeeld ook bij het uitoefenen van het stemrecht binnen de organen van een vennootschap. Zo kan een in Nederland wonende aandeelhouder van een naar Liechtensteins recht opgerichte en in Vaduz (Liechtenstein) gevestigde vennootschap een in Luxemburg gevestigde advocaat een – al dan niet doorlopende – volmacht verlenen om namens hem in de aandeelhoudersvergadering te stemmen. Ontstaan er geschillen naar aanleiding van het gebruik van de verleende bevoegdheid, dan rijst de vraag aan de hand van welk recht deze geschillen moeten worden opgelost.
De rechtsfiguur van volmacht als een bijzondere vorm van vertegenwoordiging wordt gekenmerkt doordat er drie rechtsverhoudingen ontstaan. De eerste rechtsverhouding is die tussen de volmachtgever (de vertegenwoordigde) en de gevolmachtigde (de vertegenwoordiger). Daarnaast ontstaat een rechtsverhouding tussen de volmachtgever en de derde met wie de gevolmachtigde in opdracht van de volmachtgever een rechtsbetrekking tot stand moet brengen. Tot slot is er deze laatste rechtsverhouding, namelijk die tussen de gevolmachtigde en de derde. Welk recht is van toepassing op deze rechtsverhoudingen? Geldt het recht dat de ene rechtsverhouding beheerst ook voor de andere rechtsverhoudingen? …