Naar de inhoud

Commentaar op Burgerlijk Wetboek Boek 2 art. 382a (OR-algemeen)


Commentaar is bijgewerkt tot 19-11-2017 door prof. mr. H. Beckman

Artikel 382a Tekst van de hele regeling

1.

Opgegeven worden de in het boekjaar ten laste van de rechtspersoon gebrachte totale honoraria voor het onderzoek van de jaarrekening, totale honoraria voor andere controleopdrachten, totale honoraria voor adviesdiensten op fiscaal terrein en totale honoraria voor andere niet-controlediensten, uitgevoerd door de externe accountant en de accountantsorganisatie, genoemd in artikel 1, eerste lid, onder a en e, van de Wet toezicht accountantsorganisaties.

2.

Indien de rechtspersoon dochtermaatschappijen heeft of de financiële gegevens van andere maatschappijen consolideert, worden de honoraria die in het boekjaar te hunnen laste zijn gebracht, in de opgave begrepen.

3.

De honoraria hoeven niet opgegeven te worden door een rechtspersoon waarvan de financiële gegevens zijn geconsolideerd in een geconsolideerde jaarrekening waarop krachtens het toepasselijke recht de verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toepassing van internationale standaarden voor jaarrekeningen of richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende de jaarlijkse financiële overzichten, geconsolideerde financiële overzichten en aanverwante verslagen van bepaalde ondernemingsvormen, tot wijziging van richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad (PbEU 2013, L 182) van toepassing is, mits de in lid 1 bedoelde honoraria in de toelichting van die geconsolideerde jaarrekening worden vermeld.

A: Inleiding

Wat betreft wetsgeschiedenis en jurisprudentie tot heden bijgewerkt.

B: Wetstechnische informatie

Voor de wetstechnische informatie verwijzen wij u naar de historische informatie bij Artikel 382a.

C: Kernproblematiek

C.1: A. Inleiding

In artikel 2:382a BW is voorgeschreven dat de rechtspersoon informatie over de aan haar in rekening gebrachte honoraria van de accountant en de accountantsorganisatie. Artikel 2:382a BW geldt niet voor de in de jaarrekening van de rechtspersoon opgenomen geconsolideerde jaarrekening (artikel 2:410 lid 1 BW).

C.2: Honoraria accountant enkelvoudige jaarrekening (lid 1)

De rechtspersoon moet in de toelichting van zijn enkelvoudige jaarrekening vermelden de ten laste van hem gebrachte totale honoraria voor controle van de jaarrekening, totale honoraria voor niet-controlediensten, totale honoraria voor fiscale adviezen, totale honoraria voor andere niet-controlediensten, afkomstig van de externe accountant en de accountantsorganisatie in de zin van artikel 1 lid 1, onder a en e Wta. Honoraria van andere personen, niet verbonden aan de accountantsorganisatie in de zin van de Wta vallen erbuiten.

C.3: Honoraria t.l.v. dochtermaatschappijen/andere geconsolideerde maatschappijen(lid 2)

Als de rechtspersoon dochtermaatschappijen heeft dan wel financiële gegevens van andere maatschappijen consolideert, moeten de honoraria die in het boekjaar te hunnen laste zijn gebracht, in de opgaaf van lid 1 worden begrepen. Het gaat dus in deze bepaling om de opgaaf die de rechtspersoon in zijn enkelvoudige jaarrekening opneemt met daarin ook opgenomen de honoraria van de externe accountant en de accountantsorganisatie in de zin van artikel 1 lid 1, sub a en e Wta die zij ten laste van dochtermaatschappijen heeft gebracht dan wel van andere maatschappijen die in de consolidatie zijn opgenomen. Wat dus in deze bepaling niet staat is dat honoraria van een persoon die geen externe accountant is of geen accountantsorganisatie in de zin van de Wta is, ook meegenomen moeten worden in de opgaaf. Ook staat er niet dat de honoraria van een externe accountant of accountantsorganisatie in de zin van de Wta die uitsluitend werkzaam is ten behoeve van een dochtermaatschappij of geconsolideerde maatschappij in de opgaaf moet worden begrepen.

Blijkens de wetsgeschiedenis zou lid 2 het oog hebben op de geconsolideerde jaarrekening. Wellicht heef de wetgever dit gepoogd in lid 2 te regelen, maar het staat er niet. Het is ook onlogisch omdat het tot artikel 2:405 BW over de enkelvoudige jaarrekening gaat. De wetgever had artikel 2:382a lid 1 BW moeten uitbreiden, bijvoorbeeld te bepalen dat door artikel 2:381 lid 1 BW van overeenkomstige toepassing is op de geconsolideerde jaarrekening is, dan wel in een afzonderlijk lid van artikel 2:410 BW te bepalen dat in de geconsolideerde jaarrekening de opgaaf als bedoeld in artikel 2:381 lid 1 BW betrekking moet hebben op de rechtspersoon, alle dochtermaatschappijen en de andere in de consolidatie opgenomen maatschappijen. Merkwaardig genoeg wordt echter in artikel 2:410 lid 1 BW artikel 2:382a BW buiten overeenkomstige toepassing voor de geconsolideerde jaarrekening gehouden. Dit is onbegrijpelijk omdat de door de wetgever beoogde te verstrekken opgaaf voor de geconsolideerde jaarrekening niet door artikel 2:382a lid 2 BW wordt gedekt.

C.4: Geen opgaaf bij consolidatie (lid 3)

Een rechtspersoon wiens financiële gegevens zijn geconsolideerd in een geconsolideerde jaarrekening waarop krachtens toepasselijk recht EU IFRS van toepassing is, dan wel Richtlijn 2013/34/EU, mag de opgaaf van deze honoraria achterwege laten, mits de opgaaf van de honoraria in die geconsolideerde jaarrekening worden vermeld. D

C.5: Omvangsafhankelijke jaarrekeningregimes

Artikel 2:382a BW is niet van toepasing op rechtspersonen met micro, klein en middelgroot jaarrekeningregime (artikelen 2:395a lid 6, 2:396 lid 6, tweede volzin, en 2:397 lid 4 BW).

C.6: Groepsregime

Als een tot de groep van een andere maatschappij behorende rechtspersoon bevoegd is zijn jaarrekening in te richten met gebruikmaking van het groepsregime (artikel 2:403 BW), mag hij afwijken van het bepaalde in artikel 2:382a BW.

C.7: EU IFRS

Als een rechtspersoon zijn jaarrekening volgens EU IFRS inricht, blijft artikel 2:382a BW van toepassing (artikeln 2:362 lid 9 BW).

D: Jurisprudentie uitgebreid

Bij dit artikel is nog geen belangrijke jurisprudentie aanwezig.

E: Jurisprudentie nieuw

Meest recente jurisprudentie over Burgerlijk Wetboek Boek 2 artikel 382a.

F: Literatuurverwijzing

  • Asser/Maeijer & Kroeze 2-I*, Rechtspersonenrecht De rechtspersoon, Deventer: Wolters Kluwer, 2015, nr 535 onder g.
  • Assink, B.F. en W.J. Slagter, Compendium Ondernemingsrecht (Deel 2), negende druk, Deventer: Kluwer 2013, § 132.3.
  • Beckman H., Hoofdlijnen van het jaarrekeningenrecht, tweede druk, bewerkt door H. Beckman en E.A. Marseille, Deventer: Kluwer 2013.
  • Beckman, H. en F. Krens (red.), Compendium voor de jaarrekening (losbl.), Deventer: Wolters Kluwer, paragraaf 3.3.4.
  • Buijn,, F.K. en P.M. Storm, Ondernemingsrecht BV en NV in de praktijk, Deventer: Kluwer, 2013, § 15.3.4.4.
  • Heijden, E.J.J. van der en W.C.L. van der Grinten, bewerkt door P.J. Dortmond, Handboek voor de Naamloze en de Besloten Vennootschap, dertiende druk, Deventer: Kluwer, 2013, nr. 321.3.
  • Kiersch E.D.G. in: T&C Ondernemingsrecht, zevende druk, Deventer: Wolters Kluwer 2014, aantekeningen bij art. 2:382a BW.