Naar de inhoud

Commentaar op Faillissementswet art. 40 (Arbeidsrechtartikelsgewijs)


Commentaar is bijgewerkt tot 08-05-2017 door mr. dr. P. Hufman

Artikel 40 Tekst van de hele regeling

1.

Werknemers in dienst van de gefailleerde kunnen de arbeidsovereenkomst opzeggen en hun kan wederkerig door de curator de arbeidsovereenkomst worden opgezegd, en wel met inachtneming van de overeengekomen of wettelijke termijnen, met dien verstande echter dat in elk geval de arbeidsovereenkomst kan worden opgezegd met een termijn van zes weken.

2.

Van de dag der faillietverklaring af zijn het loon en de met de arbeidsovereenkomst samenhangende premieschulden boedelschuld.

3.

Dit artikel is van overeenkomstige toepassing op agentuurovereenkomsten.

A: Inleiding

Artikel 40 is het enige artikel uit de Ffaillissementswet dat de opzegging van de arbeidsovereenkomst in faillissement regelt. Artikel 239 Fw is de variant die de opzegging van arbeidsovereenkomsten in surseance van betaling regelt. In artikel 40 Fw is een opzegmogelijkheid voor zowel de curator als de werknemer opgenomen. Het formuleert een uitzondering op artikel 37; waarin de algemene regeling voor lopende overeenkomsten in faillissement is vervat. In artikel 40 heeft de wetgever gekozen voor een relatief korte opzegtermijn, om het oplopen van de boedelschulden in faillissement te beperken. Uit de beperkte rechtspraak lijkt te kunnen worden afgeleid dat de curator ook na enkele maanden nog gebruik kan maken van de mogelijkheid op grond van artikel 40 de arbeidsovereenkomst op te zeggen.1 Of hij dat ook kan met na het faillissement aangegane arbeidsovereenkomsten is onduidelijk. In de literatuur wordt betoogd dat dit niet kan, omdat de Faillissementswet alleen zou zien op bestaande overeenkomsten ten tijde van het uitspreken van het faillissement, niet op overeenkomsten gesloten na datum faillissement.

Hier zal alleen de situatie dat…