De contouren van een Nederlandse trust
In deze bijdrage staan wij bij twee vragen stil. De eerste is op welke wijze buitenlandse trusts moeten worden ingepast in het Nederlandse fiscale recht. De wereldwijde globalisering, maar zeker ook het vrije verkeer van personen binnen de Europese Unie, heeft ertoe geleid dat de Nederlandse fiscus steeds vaker met de trust in aanraking komt. Dit is lang niet altijd omdat de trust is gebruikt om op slinkse wijze belasting te besparen, maar omdat de trust nu eenmaal in de Angelsaksische wereld een veel gebruikte figuur is. Met de Europese eenwording heeft continentaal Europa meer te maken met de trust. In paragraaf 1 geven wij daarom een korte beschrijving van de trust. De fiscale behandeling van een trust in het schenkingsrecht, de inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting komt aan de orde in de paragrafen 2 tot en met 4. De tweede vraag is of wij, vanuit Nederlands perspectief, behoefte hebben aan een eigen trustvorm. Het feit dat Nederlandse ingezetenen mobieler worden, zou tot gevolg kunnen hebben dat de behoefte bestaat aan een rechtsvorm waarin het vermogen kan worden ingebracht. Vervolgens moet worden bepaald hoe deze Nederlandse trust fiscaal moet worden behandeld. In paragraaf 5 schetsen wij de hoofdlijnen van een mogelijk systeem.
1 De trust in het kort
De trust is in beginsel geen rechtspersoon, maar wordt als doelvermogen gezien welke als zelfstandige entiteit in het economische verkeer kan optreden. Bij een trust zijn er drie en soms vier partijen betrokken.
-
De insteller van een trust (settlor of grantor) kan door een eenzijdige rechthandeling vermogen onderbrengen in een trust. De settlor kan zowel tijdens zijn leven als bij testament (testamentaire trust) …