ECLI:NL:RBROT:2017:5432 Rechtbank Rotterdam , 30-06-2017 / 10/661088-16 en 10/662002-17
Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
Team straf 1
Parketnummers: 10/661088-16 en 10/662002-17
Datum uitspraak: 30 juni 2017
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de gevoegde zaken tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
woonachtig op het adres [adres verdachte] te [woonplaats verdachte] ,
raadsman mr. A.T. Bol, advocaat te Rotterdam.
1 Onderzoek op de terechtzitting
Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 30 juni 2017.
2 Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaardingen. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
3 Eis officier van justitie
De officier van justitie mr. E. Pols heeft gevorderd:
- -
-
bewezenverklaring van het tenlastegelegde onder parketnummer 10/661088-16 en het onder 1 en 2 tenlastegelegde onder parketnummer 10/662002-17;
- -
-
veroordeling van de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 120 uur subsidiair 60 dagen vervangende hechtenis, alsmede tot een gevangenisstraf voor de duur van 106 dagen met aftrek van voorarrest, waarvan 90 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar.
4 Waardering van het bewijs
10/661088-16
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het laatste gedachtestreepje in het ten laste gelegde feit, te weten “ - meerdere (al dan niet bedreigende) WhatsApp-berichten(…) “straks heb je geen moeder meer”. Daartoe is aangevoerd dat de verdachte slechts één bericht heeft gestuurd naar de dochter van aangeefster. Een enkel bericht kan echter geen belaging opleveren.
De rechtbank acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, ook het laatste gedachtestreepje. In de ten laste gelegde periode heeft de verdachte een groot aantal sms-berichten, voicemailberichten, e-mails en brieven naar de aangeefster gestuurd. Het bericht dat de verdachte naar de dochter van de aangeefster heeft gestuurd, bevat een indirecte bedreiging van de aangeefster. De rechtbank ziet dit bericht als één van de vele berichten die de verdachte heeft gestuurd en derhalve als onderdeel van de belaging van de aangeefster.
10/662002-17
Feit 2
Bepleit is dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van het onder 2 tenlastegelegde. Daartoe is aangevoerd dat er bij de bedreigde redelijkerwijs geen vrees is ontstaan.
Aangever [naam aangever] heeft inderdaad verklaard dat hij niet geloofde dat de verdachte hem echt iets aan zou doen. Echter, niet is vereist dat de bedreiging in het concrete geval op de bedreigde een zodanige indruk heeft gemaakt dat er werkelijke vrees is opgewekt. Wel moet de bedreiging van dien aard zijn en onder zulke omstandigheden zijn gedaan dat deze in het algemeen een dergelijke vrees kan opwekken. Gelet op de inhoud van de teksten is de rechtbank van oordeel dat deze in het algemeen wel een dergelijke vrees konden opwekken. De rechtbank acht daarom de bedreiging wettig en overtuigend bewezen.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder parketnummer 10/661088-16 en het onder 1 en 2 onder parketnummer 10/662002-17 tenlastegelegde heeft begaan.
De verdachte heeft de bewezen verklaarde feiten op die wijze begaan dat:
10/661088-16
1.
hij in of omstreeks de periode van 2 maart 2016 tot en met 18 april 2016 te
Krimpen aan den IJssel en/of Schoonhoven, in elk geval in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de
persoonlijke levenssfeer van [naam slachtoffer 1] , in elk geval van een ander, met het oogmerk die [naam slachtoffer 1] , in elk geval die ander, te dwingen iets te doen,
niet te doen (te weten het onderhouden van contact met hem, verdachte), te
dulden en/of vrees aan te jagen, immers heeft hij, verdachte, (telkens) tegen de wil van die [naam slachtoffer 1] , in genoemde periode die [naam slachtoffer 1] , veelvuldig, althans meermalen benaderd door
- meermalen (al dan niet bedreigende) SMS-berichten en/of voicemailberichten
en/of emails en/of brieven en/of berichten via Facebook naar die [naam slachtoffer 1] te
versturen (met onder meer de teksten: "Ik blijf je volgen, totdat ik jullie
samen heb" en/of "Ik rust niet eerder dan dat ik mijn gram gehaald heb" en/of
"Dit gaat heel slecht aflopen voor jou", althans woorden van gelijke
aard/strekking) en/of
- meermalen naar de woning van die [naam slachtoffer 1] te gaan en/of voor de deur van die
woning te staan, althans zich in de nabijheid van die woning op te houden en/of
- meermalen een of meer borden/stukken karton en/of een foto van die [naam slachtoffer 1]
op/tegen de auto en/of de woning van die [naam slachtoffer 1] te plakken/bevestigen (met
daarop teksten als "hoer" en "slet") en/of daaronder (kapotgeknipt) ondergoed
van die [naam slachtoffer 1] te hangen/bevestigen en/of
- een rouwkaart te versturen naar/in de brievenbus te stoppen van die [naam slachtoffer 1]
(met daarop de tekst: "Kanker hoer zal jullie volgen tot je graf") en/of
- meermalen brieven en/of stukken karton onder de ruitenwisser(s) van de auto
van die [naam slachtoffer 1] te stoppen (met daarop teksten als: "het spel is over") en/of
- meerdere (al dan niet bedreigende) WhatsApp-berichten en/of SMS-berichten
en/of berichten via Facebook te sturen naar de dochter(s) van die [naam slachtoffer 1] (met
daarin teksten als: "straks heb je geen moeder meer").
10/662002-17
1.
hij op of omstreeks 19 februari 2016 te Essen (België), in elk geval in België, [naam slachtoffer 1] heeft mishandeld door haar,
- ( met kracht) bij de keel/hals en/of de haren vast te pakken en/of aan de
haren te trekken en/of
- op/tegen het hoofd te slaan en/of te stompen en/of
- in het gezicht en/of de hals/nek te bijten en/of (met kracht)te kussen en/of
- ( met kracht) bij de arm te pakken en haar naar zijn, verdachtes, auto te
trekken. en/of te duwen waardoor zij ten val is gekomen;
2.
hij in of omstreeks de periode van 20 februari 2016 tot en met 28 maart 2016 te
Essen (België), in elk geval in België, meermalen, althans eenmaal (telkens)
[naam slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht,
althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend (een) schriftelijk(e) stuk(ken)
met (onder meer) de navolgende teksten verstuurd en/of bij tussen (een) deur(en)
van de woning van die [naam slachtoffer 2] gestopt en/of achtergelaten:
- " Als jij nog 1 keer contact opneemt met [naam slachtoffer 1] , maak ik je af" en/of
- " I kill you dead or alive" en/of
- " Nog 1 keer contact en ik maak je af" en/of
- " Nog 1 keer contact met [naam slachtoffer 1] en je bent er geweest. I kill you dead or
alive" en/of
- " Het is voorbij voor je. Vandaag of morgen krijg je bezoek van 3
Joegoslaven, en je krijgt verdiende loon, ze slopen je. Als we je nog één keer
met [naam slachtoffer 1] zien, is het gebeurd met je. Je had geluk dat je niet thuis was
donderdag, anders was het al klaar geweest met je. R.I.P."
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
5 Strafbaarheid feiten
De bewezen feiten leveren op:
10/661088-16
belaging;
10/662002-17
1.
mishandeling;
2.
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, terwijl deze bedreiging schriftelijk en onder bepaalde voorwaarden is geschied, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. De feiten zijn dus strafbaar.
6 Strafbaarheid verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
7 Motivering straf
Algemene overweging
De straffen die aan de verdachte worden opgelegd, zijn gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Feiten waarop de straffen zijn gebaseerd
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan belaging en mishandeling van zijn ex-partner en bedreiging van een vriend van zijn ex-partner. De verdachte heeft een ernstige inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van zijn ex-partner en haar gedwongen te dulden dat hij steeds weer contact met haar zocht. Feiten als de onderhavige worden door slachtoffers doorgaans als beangstigend en bedreigend ervaren.
Ter terechtzitting is gebleken dat de verdachte inmiddels weer op goede voet is met de aangeefster. De rechtbank zal daar bij de strafoplegging rekening mee houden. Om de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst – bijvoorbeeld als er nieuwe problemen in de relatie ontstaan - opnieuw strafbare feiten te plegen, acht de rechtbank een deels voorwaardelijke straf passend en geboden.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
Strafblad
De rechtbank heeft gekeken naar een uittreksel uit de justitiële documentatie van 22 juni 2017, waaruit blijkt dat de verdachte eerder in aanraking is geweest met de politie en justitie ter zake van bedreiging.
Rapportages
Reclassering Nederland heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 3 augustus 2016. De rechtbank heeft acht geslagen op dit rapport.
Conclusies van de rechtbank
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.
8 Toepasselijke wettelijke voorschriften
Gelet is op de artikelen 9, 14a, 14b, 22c, 22d, 57, 285, 285b en 300 van het Wetboek van Strafrecht.
9 Bijlagen
De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.
10 Beslissing
De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) maanden;
bepaalt dat deze gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd, die hierbij wordt gesteld op 2 jaar, schuldig maakt aan een strafbaar feit;
veroordeelt de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 100 (honderd) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering wordt gebracht volgens de maatstaf van twee uren per dag, zodat na deze aftrek 66 (zesenzestig) uren te verrichten taakstraf resteert;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 33 (drieëndertig) dagen;
heft het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte op.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. E.M. Havik, voorzitter,
en mrs. E.M.D. Angela en R.H. Kroon, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M.E.G. Busemeijer genaamd Lagemann, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 30 juni 2017.
De oudste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
10/661088-16
hij in of omstreeks de periode van 2 maart 2011 en met 18 april 2016 te
Krimpen aan den IJssel en/of Schoonhoven, in elk geval in Nederland,
wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de
persoonlijke levenssfeer van [naam slachtoffer 1] , in elk geval van een ander,
met het oogmerk die [naam slachtoffer 1] , in elk geval die ander, te dwingen iets te doen,
niet te doen (te weten het onderhouden van contact met hem, verdachte), te
dulden en/of vrees aan te jagen,
immers heeft hij, verdachte, (telkens) tegen de wil van die [naam slachtoffer 1] , in
genoemde periode die [naam slachtoffer 1] , veelvuldig, althans meermalen benaderd door
- meermalen (al dan niet bedreigende) SMS-berichten en/of voicemailberichten
en/of emails en/of brieven en/of berichten via Facebook naar die [naam slachtoffer 1] te
versturen (met onder meer de teksten: "Ik blijf je volgen, totdat ik jullie
samen heb" en/of "Ik rust niet eerder dan dat ik mijn gram gehaald heb" en/of
"Dit gaat heel slecht aflopen voor jou", althans woorden van gelijke
aard/strekking) en/of
- meermalen naar de woning van de [naam slachtoffer 1] te gaan en/of voor de deur van die
woning te staan, althans zich in de nabijheid van die woning op te houden en/of
- meermalen een of meer borden/stukken karton en/of een foto van die [naam slachtoffer 1]
op/tegen de auto en/of de woning van die [naam slachtoffer 1] te plakken/bevestigen (met
daarop teksten als "hoer" en "slet") en/of daaronder (kapotgeknipt) ondergoed
van die [naam slachtoffer 1] te hangen/bevestigen en/of
een rouwkaart te versturen naar/in de brievenbus te stoppen van die [naam slachtoffer 1]
(met daarop de tekst: "Kanker hoer zal jullie volgen tot je graf") en/of
- meermalen brieven en/of stukken karton onder de ruitenwisser(s) van de auto
van die [naam slachtoffer 1] te stoppen (met daarop teksten als: "het spel is over") en/of
- meerdere (al dan niet bedreigende) WhatsApp-berichten en/of SMS-berichten
en/of berichten via Facebook te sturen naar de dochter(s) van die [naam slachtoffer 1] (met
daarin teksten als: "straks heb je geen moeder meer")
10/662002-17
1.
Hij op of omstreeks 19 februari 2016 te Essen (België), in elk geval in België,
[naam slachtoffer 1] heeft mishandeld door haar,
- ( met kracht) bij de keel/hals en/of de haren vast te pakken en/of aan de
haren te trekken en/of
- op/tegen het hoofd te slaan en/of te stompen en/of
- in het gezicht en/of de hals/nek te bijten en/of (met kracht)te kussen en/of
- ( met kracht) bij de arm te pakken en haar naar zijn, verdachtes, auto te
trekken en/of te duwen waardoor zij ten val is gekomen;
2.
Hij in of omstreeks de periode van 20 februari 2016 tot en met 28 maart 2016 te
Essen (België), in elk geval in België, meermalen, althans eenmaal (telkens)
[naam slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht,
althans met zware mishandeling.
immers heeft verdachte opzettelijk dreigend (een) schriftelijk(e) stuk(ken)
met (onder meer) de navolgende teksten verstuurd en/of tussen (een) deur(en)
van de woning van die [naam slachtoffer 2] gestopt en/of achtergelaten:
- " Als jij nog 1 keer contact opneemt met [naam slachtoffer 1] , maak ik je af" en/of
- " I kill you dead or alive" en/of
- " Nog 1 keer contact en ik maak je af" en/of
- " Nog 1 keer contact met [naam slachtoffer 1] en je bent er geweest. I kill you dead or
alive" en/of
- " Het is voorbij voor je. Vandaag of morgen krijg je bezoek van 3
Joegoslaven, en je krijgt verdiende loon, ze slopen je. Als we je nog één keer
met [naam slachtoffer 1] zien, is het gebeurd met je. Je had geluk dat je niet thuis was
donderdag, anders was het al klaar geweest met je. R.I.P."
Mishandeling en stalking van ex-partner en bedreiging van haar nieuwe vriend. Ook een bericht, gestuurd aan de dochter van de aangeefster, vormt gezien de inhoud (bedreiging, indirect gericht aan de aangeefster) deel van de belaging. Voor bewezenverklaring van bedreiging is niet vereist dat de bedreiging in het concrete geval op de bedreigde een zodanige indruk heeft gemaakt dat er werkelijke vrees is opgewekt. Wel moet de bedreiging van dien aard zijn en onder zulke omstandigheden zijn gedaan dat deze in het algemeen een dergelijke vrees kan opwekken. Gelet op de inhoud van de teksten is de rechtbank van oordeel dat deze in het algemeen wel een dergelijke vrees konden opwekken.
De relatie tussen verdachte en aangeefster is inmiddels hersteld. Om nieuwe incidenten in de toekomst te voorkomen, is toch een deels voorwaardelijke straf opgelegd.
Gegevens
Instantie | Rechtbank Rotterdam |
---|---|
Datum uitspraak | 30-06-2017 |
Datum publicatie | 13-07-2017 |
ECLI | ECLI:NL:RBROT:2017:5432 |
Zaaknummer | 10/661088-16 en 10/662002-17 |
Bijzondere kenmerken | Eerste aanleg - meervoudig |
Rechtsgebied | Straf(proces)recht |