Naar de inhoud

Grensoverschrijdende omzetting op basis van het Vale-arrest

Samenvatting

Op 12 juli 2012 heeft het Hof van Justitie van de EU (hierna: ‘het Hof’) in het ‘Vale-arrest’ uitspraak gedaan over grensoverschrijdende omzetting binnen de Europese Unie/Europese Economische Ruimte (HvJ EU 12 juli 2012, Vale Építési kft., Zaak C-378/10. Dit arrest kan worden gezien als een logisch vervolg op het Cartesio-arrest van het Hof van Justitie van de EG uit 2008.

Tekst

1. Inleiding

In deze bijdrage zal het Vale-arrest centraal staan. Gezien de verwevenheid van dit arrest met eerdere rechtspraak van het Hof, zal ik eerst hier kort bij stilstaan in paragraaf 2. In paragraaf 3 zal ik het Vale-arrest behandelen, gevolgd door de consequenties van dit arrest voor de Nederlandse rechtspraktijk in paragraaf 4. In paragraaf 5 volgen conclusies.

2. Eerdere rechtspraak van het Hof

In 2005 wees het Hof het Sevic-arrest (HvJ EG 13 december 2005, Sevic Systems AG, Zaak C-411/03, Jur. 2005 p. I-10805.) In dit arrest, gewezen nog voordat de Tiende richtlijn betreffende grensoverschrijdende fusie (Richtlijn 2005/56/EG) van kracht werd, stond een grensoverschrijdende fusie centraal. Het Hof oordeelde dat grensoverschrijdende fusies, evenals ‘overige omzettingen van vennootschappen’, bijzondere wijzen van de uitoefening van de vrijheid van vestiging vormen. Op basis van dit arrest werd in de doctrine reeds bepleit dat grensoverschrijdende omzetting mogelijk was op basis van de vrijheid van vestiging, zoals thans neergelegd in artikel 49 en 54 Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

In…