Handboek Nieuw Erfrecht, prof. mr. M.J.A. van Mourik, prof. mr. L.C.A. Verstappen, mr. B.M.E.M. Schols, mr. F.W.J.M. Schols, en mr. B.C.M. Waaijer, derde druk, Deventer 2002
Inleiding
In plaats van de grote lijn weer te geven van de wijze waarop in het handboek de verschillende erfrechtelijke figuren worden besproken, heb ik er voor gekozen een beperkt aantal onderwerpen inhoudelijk te becommentariëren. De keuze van deze onderwerpen werd deels ingegeven door persoonlijke belangstelling, maar vooral door het belang van deze onderwerpen voor de huidige praktijk. Een beperking van de gekozen onderwerpen vloeide voort uit de door de redactie gewenste (maximale) omvang van deze boekbespreking.
Gevolgen van de erfopvolging
De gebruikelijke kenschets van het begrip erfopvolging, als een door het overlijden van de erflater van rechtswege plaatsvindende overgang van zijn rechten en zijn verplichtingen, geeft de juridische werkelijkheid onvolledig weer. Het is een feit dat de erfgenamen van rechtswege eigenaar worden van de goederen van de erflater. De verplichtingen van de erflater gaan van rechtswege echter niet volledig op de erfgenamen over. Voordat een erfgenaam de nalatenschap zuiver heeft aanvaard, is namelijk voor de schulden van de erflater geen verhaal mogelijk op het eigen vermogen van de erfgenaam. Op blz. 407 van het handboek wordt opgemerkt, dat onder het oude recht door Meijers werd verdedigd, dat de schulden van de erflater eerst door de aanvaarding van de nalatenschap op de erfgenamen overgingen. Deze constatering geeft de opvatting van Meijers onvolledig weer, omdat Meijers de overgang van de schulden op de erfgenamen beschouwde als een gevolg van de zuivere aanvaarding van de nalatenschap.1 Voor deze zuivere aanvaarding bestond volgens Meijers slechts een verhaalsaansprakelijkheid van de goederen van de nalatenschap. In het handboek wordt op blz. 407 opgemerkt, dat “deze leer in het nieuwe erfrecht uitdrukkelijk niet wordt gevolgd”. …