Naar de inhoud

Hoge Raad 9 december 2011 (Tom Tom c.s./Van Hoorn), «JAR» 2012/16, RAR 2012/39, RvdW 2011/1563, NJ 2012/5

Arbeidsovereenkomst tot stand gekomen?. Geen beroep op opschortende voorwaarde in contractuele ontslagregeling. Uitoefenen optierechten niet in strijd met de redelijkheid en billijkheid. Vervolg «JAR» 2010/178.

In verband met plannen om naar de beurs te gaan hebben TomTom c.s. gezocht naar een Chief Financial Officer (CFO) en zijn daarbij in contact gekomen met de werknemer. Partijen hebben gesprekken gevoerd over de arbeidsvoorwaarden. De toekenning van opties betrof een belangrijke arbeidsvoorwaarde. Partijen hebben gecorrespondeerd over de voorwaarden, waarin door TomTom c.s. onder meer is bericht dat de contractuele ontslagregeling pas ingaat na ondertekening van de arbeidsovereenkomst. Partijen bereiken op enig moment een grote mate van overeenstemming. Voordat de arbeidsovereenkomst is ondertekend, start de werknemer met de werkzaamheden. Vervolgens bericht de werknemer dat hij, in verband met een tegenvallende fiscale behandeling van de opties, extra opties wenst. TomTom c.s. melden dat wordt afgezien van een verdere samenwerking en er geen arbeidsrelatie (verder) wordt aangegaan. De werknemer maakt bezwaar tegen de beëindiging. De kantonrechter heeft op verzoek van TomTom c.s. de arbeidsovereenkomst voorwaardelijk – voor het geval de overeenkomst nog bestaat – ontbonden onder toekenning van een vergoeding. De werknemer heeft in het onderhavige geding gevorderd een verklaring voor recht dat tussen partijen sinds 26 december 2004 een arbeidsovereenkomst bestaat en dat deze niet is geëindigd op 9 dan wel 22 februari 2005, alsmede doorbetaling van loon, betaling van de contractuele ontslagvergoeding en een verklaring voor recht dat hij recht heeft op 6000 optierechten en een vergoeding van belastingschade in verband met de optierechten. De kantonrechter heeft de vordering grotendeels afgewezen. Het hof heeft de vorderingen grotendeel toegewezen met uitzondering van de belastingschade

De Hoge Raad overweegt als volgt. De toepasselijkheid van de contractuele ontslagregeling was afhankelijk gesteld van de opschortende voorwaarde van ondertekening van het arbeidscontract. Het hof heeft geoordeeld dat TomTom c.s. een conceptarbeidsovereenkomst aan de werknemer hebben toegezonden die niet beantwoordde aan hetgeen partijen in de termsheet waren overeengekomen, en vervolgens – nadat de werknemer de problemen met betrekking tot de belastingheffing over de optierechten ter sprake had gebracht en had aangedrongen op compensatie terzake – op 8 februari 2005 eenzijdig hebben afgezien van voortzetting van het dienstverband en de besprekingen over de uitwerking van het arbeidscontract hebben afgebroken. Aldus hebben TomTom c.s. naar het oordeel van het hof belet dat met de werknemer een ondertekend arbeidscontract tot stand kwam, en daarmee belet dat de opschortende voorwaarde werd vervuld, waarbij zij belang hadden omdat de contractuele ontslagregeling dan niet in werking zou treden. Door te oordelen dat de redelijkheid en billijkheid onder deze omstandigheden verlangen dat de opschortende voorwaarde op 8 februari 2005 als vervuld geldt, heeft het hof geen…