Naar de inhoud

Informele kapitaalstorting in kleindochter, tevens informele kapitaalstorting in dochter?

Samenvatting

Kapitaalsbelasting: is de informele kapitaalstorting in de kleindochter-BV tevens een informele kapitaalstorting in de dochter-BV?

Tekst

In het hiernaast behandelde arrest stort de Engelse grootmoeder op de bankrekening van haar Nederlandse kleindochter een bedrag van ƒ 4 miljoen à fonds perdu. Deze storting wordt aangemerkt als een informele kapitaalstorting in de kleindochter.

De vraag is of tevens sprake is van een informele kapitaalstorting in de Nederlandse dochtervennootschap.

afbeelding

De staatssecretaris beantwoordt deze vraag positief. In zijn vertoogschrift in cassatie verdedigt hij dat er in wezen twee informele kapitaalstortingen hebben plaatsgevonden, één in de dochter en één in de kleindochter.

Dit gaat de Advocaat-Generaal Moltmaker te ver. Hij zou het met de staatssecretaris eens kunnen zijn indien de aandelen in de kleindochtervennootschap door de storting in waarde zouden zijn gestegen, maar daarvan is naar zijn mening in casu geen sprake, de aandelen zijn en blijven nihil waard.

Bovendien zou sprake kunnen zijn van een (indirecte) informele kapitaalstorting in de dochtervennootschap indien deze vennootschap aansprakelijk is voor de verliezen van de kleindochter, maar dat is niet gesteld noch gebleken. Dit kan zich voordoen in de situatie dat de dochtervennootschap zich garant heeft gesteld voor de verliezen van de kleindochter.

Ten slotte kan nog worden gedacht aan een beding ten behoeve van een derde: de dochtervennootschap bedingt de storting à fonds perdu (informeel kapitaal) ten behoeve van de kleindochtervennootschap.

In deze figuur is het de vraag of de dochter de storting ook voor zichzelf had kunnen bedingen. Moltmaker acht dit niet het geval, de grootmoeder zou aan de informele kapitaalstorting in de dochter de voorwaarde hebben verbonden dat deze…