Naar de inhoud

JOR 2003/41, HvJ EG 21-11-2002, , C-356/00

Inhoudsindicatie

Prejudiciële beslissing over uitleg van deel A, punt 3, van de bijlage bij de Richtlijn beleggingsdiensten

Samenvatting

Deel A, punt 3, van de bijlage bij de Richtlijn beleggingsdiensten, dat het begrip beheer van effectenportefeuilles definieert, staat in de weg aan een nationale regeling die afwijkt van die definitie doordat zij voor de tenuitvoerlegging van de richtlijn niet vereist dat beleggingsportefeuilles worden beheerd “per cliënt op discretionaire basis” en “op grond van een door de beleggers gegeven opdracht”.

Niets belet een lidstaat evenwel om via…

Instantie Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
Datum uitspraak21-11-2002
PublicatieJOR 2003/41 (Sdu Jurisprudentie Onderneming & Recht), aflevering 2, 2003
ZaaknummerC-356/00
RechtsgebiedBank- en effectenrecht, financiering
Rubriek Bank- en effectenrecht
Rechters
  • Mr. Wathelet
  • Mr. Timmermans
  • Mr. La Pergola
  • Mr. Jann
  • Mr. Von Bahr
Partijen Verzoek aan het Hof krachtens art. 234 EG van het Italiaanse
Tribunale amministrativo regionale per la Toscana, in de aldaar
aanhangige gedingen tussen
A. Testa en L. Lazzeri,
tegen
Commissione Nazionale per le Società e la Borsa
(Consob),
in tegenwoordigheid van
Banca Fideuram SpA.
Regelgeving
  • EG-Verdrag - 234
  • Bijlage bij Richtlijn 93/22/EEG van de Raad van 10 mei 1993 betreffende het verrichten van diensten op het gebied van beleggingen in effecten (Richtlijn beleggingsdiensten)