Over bijzondere en kenbare publiekrechtelijke lasten en beperkingen (deel 1)

BW/ WKPB

Een bespreking van de ontwikkelingen door de jaren heen rondom de toepassing van art. 7:15 BW op publiekrechtelijke lasten en beperkingen (in deel 1) en een analyse welke op grond van de WKPB kenbare publiekrechtelijke beperkingen bijzonder zijn in de zin van art. 7:15 BW (in deel 2).

1. Artikel 7:15 BW en publiekrechtelijke lasten en beperkingen

1.1 Inleiding

In zijn overwegingen over de ‘state of nature’ benadrukte John Locke dat de mens een overheid nodig heeft voor de bescherming van zijn eigendom.¹ Tegenwoordig ligt de nadruk echter meer op inbreuken die de overheid op iemands eigendom kan maken. Een verzamelterm voor inbreuken van overheidswege waarmee een eigenaar (of beperkt gerechtigde)² van een onroerende zaak mee te maken kan krijgen, is publiekrechtelijke lasten en beperkingen.

Publiekrechtelijke lasten en beperkingen hebben dus hun uitwerking in de privaatrechtelijke sfeer. Ook bij een verkoop/koop van een onroerende zaak. Lange tijd is onduidelijk geweest of publiekrechtelijke lasten en beperkingen ook kunnen gelden als bijzondere lasten en beperkingen in de zin van art. 7:15 BW.

Art. 7:15, lid 1, BW bepaalt dat de verkoper verplicht is de verkochte zaak vrij van bijzondere lasten en beperkingen over te dragen, tenzij de koper de bijzondere last of beperking uitdrukkelijk heeft aanvaard. Art 7:15, lid 2, BW bepaalt dat de verkoper instaat voor de afwezigheid van bijzondere lasten en beperkingen die voortvloeien uit feiten die voor inschrijving in de openbare registers vatbaar zijn, maar niet zijn ingeschreven.

Het betreft hier slechts…