Revival van de zekerheidsoverdracht?
1 Inleiding
In 2002 is in Aruba en in de Nederlandse Antillen de eerste fase van de vernieuwing van het Burgerlijk Wetboek, hierna aangeduid met BW1, afgerond door, voor zover hier van belang, de invoering van het algemeen gedeelte van het vermogensrecht. Hierbij is het algemeen gedeelte van het vermogensrecht van het huidige Nederlandse Burgerlijk Wetboek, hierna aangeduid met BWN, overgenomen. Tekst en nummering van de artikelen van het BW stemmen nagenoeg overeen met die van het BWN.2 Op één terrein is er evenwel sprake van een significant verschil tussen beide wetboeken: art. 3:84 lid 3 BWN is niet overgenomen.3 Dit betekent dat in Aruba en in de Nederlandse Antillen als geldige titels van overdracht worden erkend rechtshandelingen die ten doel hebben een goed tot zekerheid over te dragen (fiducia cum creditore) of die de strekking missen het goed na overdracht in het vermogen van de verkrijger te doen vallen (omvat onder andere de fiducia cum amico).4 Het meticuleus afgrenzen van een geldige ten opzichte van een ongeldige overdracht zoals bij ons in HR 19 mei 1995, NJ 1996, 119 (Sogelease)5 is in Aruba en in de Nederlandse Antillen niet nodig.
Als redenen voor het handhaven van de zekerheidsoverdracht worden door de ontwerper genoemd de specifieke economische situatie in de West, de handelsrelaties met de Verenigde Staten van Amerika, met het Caraïbisch gebied en met Venezuela, de kleinschaligheid van de samenleving en met name de prominente plaats die de offshore industrie inneemt in het economisch verkeer.6
Merkwaardig is echter dat de wetgever nergens met zoveel woorden de geldigheid van de fiduciaire overdracht…