Sign. - Artikel 2:9 BW en de ‘ernstig verwijt’-maatstaf bij bestuurdersaansprakelijkheid (Themis 2016, nummer 4, p. 175, mr. W.A. Westenbroek)
De auteur heeft al eerder betoogd dat de ‘ernstig verwijt’-maatstaf dient te worden losgelaten bij de beoordeling van externe bestuurdersaansprakelijkheid omdat (i) externe bestuurdersaansprakelijkheid beoordeeld dient te worden aan de hand van de ‘gewone’ regels van art. 6:162 BW en (ii) primair en secundair daderschap geen rechtvaardiging vormen voor het hanteren van een hoge drempel voor aansprakelijkheid. In dit kader heeft de auteur nader gekeken naar de oorsprong van de ‘ernstig verwijt’-maatstaf die wordt gehanteerd bij interne bestuurdersaansprakelijkheid zoals die per 1 januari 2013 bij de Wet Bestuur en Toezicht is gecodificeerd in art. 2:9 BW. Naar aanleiding betoogt de auteur in dit artikel dat de maatstaf ook dient te worden losgelaten bij de beoordeling van interne bestuurdersaansprakelijkheid. Ter onderbouwing hiervan gaat de auteur in op de ratio en systematiek van art. 2:9 BW, de betekenis van (on)behoorlijk bestuur, de oorsprong van de ‘ernstig verwijt’-maatstaf en tot slot de codificatie van de maatstaf in art. 2:9 BW.