Sign. - Herziening van alimentatie: reikwijdte artikel 1:401 BW
Bij de vaststelling van alimentatie was volgens de vrouw ten onrechte uitsluitend het (niet representatieve) loon van de man over 2005 in aanmerking genomen, en niet mede dat over de jaren 2003 en 2004. Rechtbank en hof weigerden echter de vaststelling te herzien onder verwijzing naar artikel 1:401 lid 4 BW. Er zou immers niet van onjuiste of onvolledige gegevens zijn uitgegaan. De Hoge Raad overweegt het volgende: voor wijziging van een rechterlijke uitspraak op de in artikel 1:401 BW genoemde grond is noodzakelijk, maar ook voldoende, dat de verzoeker aannemelijk maakt dat bij de uitspraak is uitgegaan van onjuiste of onvolledige gegevens en dat deze als gevolg daarvan van de aanvang af niet aan de wettelijke maatstaven heeft beantwoord (HR 21 april 2006, LJN AU9734). Daaronder moet mede worden begrepen het geval dat dit laatste is veroorzaakt door een vergissing van de rechter. De omstandigheid dat tegen de uitspraak waarvan wijziging wordt verzocht een rechtsmiddel openstaat of heeft opengestaan, staat aan toepassing van dit voorschrift niet in de weg. (Vgl. HR 15 november 1996, LJN ZC2201 en HR 28 mei 2004, LJN AO4015).
Uit het vorenoverwogene en, meer in detail, uit hetgeen in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 2.2 tot en met 2.19 is vermeld, vloeit voort dat de reikwijdte van art. 1:401 BW in de rechtspraak ruim wordt opgevat. Daaronder valt ook een geval als het onderhavige, waarin het hof weliswaar eerst de juiste feitelijke gegevens omtrent de uiteenlopende fiscale inkomens van de man over drie jaren in zijn beschikking heeft vermeld, doch vervolgens…