Sign. - Nietige schenking tussen echtgenoten was op 1 januari 2003 geldig geworden
M en V waren gehuwd op huwelijkse voorwaarden. Na hun echtscheiding ontstaat er een geschil over de ontslagvergoeding die M tijdens het huwelijk heeft ontvangen. Volgens V heeft M vanaf 1998 bij herhaling toegezegd dat V de helft van het toegewezen bedrag zou krijgen indien hij de gerechtelijke procedure tegen zijn werkgever zou winnen. De rechtbank oordeelde dat V geen aanspraak kan maken op de helft van de ontslagvergoeding, omdat een schenking tussen echtgenoten in 1998 nietig was.
In hoger beroep vernietigt het hof het vonnis van de rechtbank. Volgens het hof is hier inderdaad sprake van een schenking die naar oud recht nietig was, omdat deze in strijd was met zowel artikel 7A:1719 (oud) BW (notariële akte) als artikel 7A:1715 lid 1 (oud) BW (schenking tussen echtgenoten). Echter, artikel 81 lid 1 Overgangswet NBW bepaalt dat een nietige rechtshandeling op 1 januari 2003 met terugwerkende kracht tot een onaantastbare bekrachtigd wordt indien zij heeft voldaan aan de vereisten die de wet sinds 2003 stelt. Artikel 81 lid 3 Overgangswet NBW bepaalt (onder meer) dat lid 1 slechts geldt indien alle onmiddellijke belanghebbenden die zich op de nietigheid hadden kunnen beroepen, de handeling voordien als geldig hebben aangemerkt. Sinds 1 januari 2003 is een notariële akte niet langer vereist en is een schenking tussen echtgenoten niet langer verboden. Naar het oordeel van het hof is er in casu thans sprake van een geldige schenking, nu niet is gebleken dat M en V de schenking vóór 2003 niet als geldig hebben aangemerkt.
(Gerechtshof 's-Hertogenbosch 11 september 2012, LJN BX7381)