Naar de inhoud

Sign. - Overeenkomst van opdracht evolueert tot arbeidsovereenkomst (Hof Arnhem-Leeuwarden, 18 maart 2014, ECLI:NL:GHARL:2014:2199)

Werkgever is in 2001 ontstaan uit een fusie. Met de rechtsvoorgangers van werkgever had X reeds een samenwerkingsrelatie. X factureerde bedragen met btw. Nadat een poging tot schriftelijke vastlegging van de samenwerking mislukte, heeft werkgever de overeenkomst van opdracht opgezegd per juli 2013. Kern van het geschil betreft de vraag of met een voldoende mate van zekerheid te verwachten is dat de bodemrechter zal oordelen dat de samenwerkingsrelatie – gedurende zestien jaar – tussen (de rechtsvoorganger(s) van) werkgever en X is geëvolueerd tot een arbeidsovereenkomst ex art. 7:610 BW. Naar het oordeel van het hof is sprake van een arbeidsovereenkomst. In de eerste plaats omdat X gedurende ruim zestien jaar uitsluitend persoonlijke arbeid verrichtte voor werkgever. Voor zijn levensonderhoud was X volledig afhankelijk van werkgever. Hij werkte nagenoeg fulltime. X was ondergeschikt aan de directie; diende zich te houden aan vakantievrije roosters; moest vakantie in overleg met werkgever opnemen; was gebonden aan het personeelshandboek; had een eigen vaste werkplek; laptop; sleutels van de zaak; nam deel aan eindejaarsfeesten. De wijze van beloning is in zoverre afwijkend dat X niet maandelijks een vast nettoloon op zijn bankrekening ontving. Dit enkele feit staat er naar het voorlopig oordeel van het hof niet aan in de weg aan te nemen de rechtsverhouding tussen partijen als een arbeidsovereenkomst te kwalificeren. Het hof gaat in dit verband voorbij aan de inhoud van het door werkgever overgelegde rapport van de Belastingdienst van 30 mei 2000. Dit (fiscale) rapport is gedateerd (bijna veertien jaar oud) en is onvoldoende om aan te nemen dat de samenwerkingsrelatie zich niet heeft kunnen…