Naar de inhoud

Toetsingsverbod Grondwet is relict uit 1848

Rechters moeten wetten kunnen toetsen aan de Grondwet. Frits Bakker en Kees Sterk van de Raad voor de rechtspraak doen een beroep op het parlement om snel een einde te maken aan een verbod dat niet meer van deze tijd is.

In Nederland vierden we dit jaar het tweehonderdjarig bestaan van het Koninkrijk en de Grondwet. Een goede aanleiding om onze zegeningen te tellen, maar ook een moment om de balans op te maken. Als een van de weinige democratieën kent onze Grondwet een toetsingsverbod. Het is de rechter verboden te beoordelen of de door het parlement vastgestelde wetten in strijd zijn met de grondrechten van burgers zoals die na een lange strijd in de afgelopen eeuwen zijn neergelegd in de Grondwet. Hij mag wetten wel toetsen aan internationale verdragen waarbij ons land partij is en waarin die grondrechten ook zijn vastgelegd, maar niet aan onze eigen Grondwet. Het betreft een relict uit 1848, waarvan de betekenis allang is achterhaald.

Afronding

Hoewel grondwetswijzigingen meestal lang duren en ingewikkeld zijn, is dat nu eens niet het geval. De Tweede en Eerste Kamer hebben in de samenstelling van voor de jongste verkiezingen namelijk al een wetsvoorstel dat hiertoe strekt (in eerste lezing) aanvaard. Voor de behandeling in tweede lezing nam onlangs GroenLinks-Kamerlid Van Tongeren de verdediging van het voorstel op zich. De vraag is waar men nog op wacht met het afronden van deze grondwetswijziging.

Is het een kwestie voor juridische fijnslijpers? Allerminst. Het gaat bij de bescherming van grondrechten om de bescherming van de rechten van burgers tegen een al te opdringerige overheid. En niet om die overheid te beperken of te hinderen…