Is vervroegde aflossing onderbedelingsvordering een schenking? (2008.25.3002)
Vraag: bij het overlijden van hun vader hebben de kinderen op grond van een testament met een OBV een vordering op hun moeder gekregen van elk € 200.000. Over de vordering is een enkelvoudige rente van 5% verschuldigd. In het testament is opgenomen dat de vordering opeisbaar is bij het overlijden van moeder, maar dat deze ook eerder mag worden afgelost. In hoeverre is sprake van een schenking indien moeder (thans 84 jaar) besluit om € 100.000 op de vordering af te lossen.
Antwoord: de redactie van Kwep is van mening dat het onverplicht overgaan tot vervroegd aflossen van de overbedelingsschuld impliceert dat sprake is van een schenking. Immers, moeder doet in feite vrijwillig afstand van het aan haar toekomende vruchtgebruik van dit deel van het vermogen. Hierdoor mist zij de rente over dit vermogen tot aan haar overlijden. De redactie verwijst in dit verband naar een uitspraak van de Rechtbank Breda (besproken in FBN 2008, nrs. 16 en 28) waarin in een gelijksoortige situatie is beslist dat sprake is van een schenking. De waarde van de schenking moet worden bepaald op grond van de tabellen van art. 5 en art. 10 UB SW. De enkelvoudige rente van 5% is omgerekend gelijk aan een samengestelde rente van 4,4% (afgerond). De waarde van de schenking waarvan afstand wordt gedaan komt hierdoor neer op 1,6% (6% -/- 4,4%) x 5 x € 100.000 = € 8.000 per kind.Ter vergelijking: indien niet vervroegd zou zijn afgelost, is bij overlijden van moeder geen successierecht verschuldigd over € 100.000. Daarbij is ook de renteaangroei nog onbelast. Anderzijds: de kinderen hebben thans wel € 100.000 in handen, terwijl de heffing van schenkingsrecht beperkt is (€ 175 per kind).
2008/1, blz. 26 (JB)
Wetgeving | |
---|---|
Jurisprudentie | |
Officiële publicaties | |
Europese regelgeving | |
Soort nieuws | Literatuur |
Publicatiedatum | 01-05-2009 |
Nummer | 2008/0331 |